Mijn laatste woord is dat van de dankbare passant, die de ver antwoordelijkheid overdraagt in een tijdsgewricht, waarin - om met Martin Buber te spreken - het wereldbeeld „letztlich darin besteht, das es kein Bild der Welt mehr gibtIs - wat Paul Cézanne placht te kwalificeren als „l'art des musées" in deze ont luisterde wereld niet NOG onontbeerlijker geworden voor de ontplooiing van het „volledig mens-zijn" en te waarderen als on misbaar medicament voor de beproefde geest van de mens, op drift geraakt en vereenzaamd in een abstract klimaat? Het is mijn vurige wens dat ons dierbaar museum een LEVEND instituut zal blijven, zich in de snel veranderende samenleving handhavend als een oase van recreatie en inspiratie voor toene mend velen in de steeds harder wordende strijd om het dagelijks bestaan! H. P. Baard 186 Noot (1) Het is ondergetekende - niettegenstaande herhaalde pogingen daartoe - helaas niet gegeven al deze en tot nu toe niet realiseerbare activiteiten te bundelen in een „Educatieve dienst", ten bate van de oude en de hedendaagse kunst. Het is voor de levensvatbaarheid van het instituut onontbeerlijk, dat op korte termijn de financiën beschikbaar zullen komen om de noodgedwongen „geïmproviseerde" activiteiten systematisch in genoemde Dienst onder te brengen en uit te breiden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 188