terugtocht naar Haarlem via de IJ-tunnel aanvaard.
25 oktober: Lezing met lichtbeelden van Jkvr. Dr. J. M. van
Winter, wetenschappelijk hoofdambtenaar bij het Instituut voor
Middeleeuwse geschiedenis der Universiteit Utrecht. Deze lezing
is gebaseerd op een gedegen studie, welke later gepubliceerd is in
„Spiegel Historiael maandblad voor geschiedenis en archeolo
gie, zesde jaargang nr. 11, november 1971. De muurfresco's der
Haarlemse Karmelieten, daterend van omstreeks 1420 met gra-
venportretten van Dirk I t/m Jan van Beieren werden omstreeks
1486 met houten schotten bedekt. Daarop werd een nieuwe reeks
portretten van Dirk I t/m Maximiliaan (inplaats van Jan van
Beieren) geschilderd in gemoderniseerde vorm. In 1566 of 1573
kopieerde Willem Thybaut de muurschilderingen, waarvan de
schotten inmiddels waren weggenomen. Voor meerdere bijzon
derheden moge overigens naar het genoemde, interessante en
goed geïllustreerde artikel in „Spiegel Historiael" verwezen wor
den.
24 november: Onze oud-voorzitter Jhr. Mr. C. C. van Valken
burg hield een causerie over „Huiselijk en Maatschappelijk leven
in Regentenkringen". In zijn jeugd had spreker reeds veel belang
stelling voor familiepapieren. Het resultaat van zijn speurwerk
dat hij boeiend weet voor te dragen, strekte zich uit van de zes
tiende tot in de negentiende eeuw. Allerlei gebeurtenissen en
soms pikante details, op humoristische wijze verteld, geven een
typische kijk op het toenmalige familieleven. Een groot aantal
documenten en foto's, welke op tafels waren uitgelegd, konden in
de pauze bezichtigd worden als aanvulling op de causerie, welke
door een groot aantal aanwezigen met veel aandacht en kennelijk
genoegen gevolgd werd.
10 december: Aan de hand van een groot aantal kleurendia's
sprak de heer A. Flonk, oudheidkundig restaurateur, als aarde
werk restaurateur verbonden aan de Rijksdienst voor het Oud
heidkundig bodemonderzoek te Amersfoort, over „Restauratie en
reconstructie van aardewerk uit opgravingen". Uit zijn rijke er
varing weet spreker zijn toehoorders een duidelijke indruk te
geven van het moeizame en veel vakmanschap en historische ken
nis vereisende werk om opgegraven aardewerk, dat meestal door
16