Boesman voor hetzelfde te doen. Ze ging echter hier niet toe over. Wij kwamen vrij zacht in zee terecht, maar toen het water in de mand steeg werd ons door de koude de adem schier afge sneden. De commandante vroeg mij nu omhoog te klimmen en de scheurband stuk te trekken, hetgeen gebeurde. Terwijl het om hulsel suizend neerzeeg sprongen wij in het water. Ik ben een geoefend zwemmer, maar ik heb de invloed van het in dit jaar getijde nog zo koude water schromelijk onderschat (de tempera tuur was 42 gr. Fahrenheit). Tot onze schrik bleek dat mevrouw Boesman nog met een band aan de snel zinkende mand vastzat, maar het mocht mij gelukken haar tijdig te bevrijden. Ik denk dat wij ons toen ongeveer honderd meter van het strand bevon den. Ik wil over de tocht naar het strand niet lang uitwijden. In zulke ogenblikken duurt elke minuut een eeuwigheid. In het allereerste begin zwommen wij samen; ik ondersteunde Nini die haar bal- lonpak en zelfs haar schoenen had aangehouden; later bleek dat zij daardoor minder van de kou van het water te lijden had. Hierdoor kon ik haar loslaten, wat ze mij had verzocht. Ook al had ze mij dat niet gevraagd, vrees ik toch dat ik het helpen maar zeer kort had kunnen volhouden. Want reeds na enkele minuten voelde ik mij verstijven van de kou. Het is een merkwaardige be levenis: het leven trekt uit armen en benen weg, de adem stokt, men voelt zich langzaam verlammen. Vóór zich ziet men even wel de wereld op z'n mooist, alles lijkt met een blinkend licht overgoten, maar gaandeweg groeit de angst dit paradijs nooit te bereiken. Vreemd is het dat bij het allengs trager worden van elke beweging, terwijl ook af en toe het hoofd onderduikt en steeds meer water naar binnen stroomt, de gedachten helder blij ven. Ik weet niet wat Nini Boesman die vlak voor mij worstelde (en al die tijd geen klacht geuit heeft) dat kwartier aan gedachten had, want ik heb haar sindsdien nog niet gesproken. Bij mij was de hoofdervaring: dit is nu sterven, en, ondanks alles, een zekere drang dit bewust door te maken. Dit zal u misschien ongeloof waardig voorkomen, omdat gevoelens van angst en vertwijfeling veel meer voor de hand liggen. De aanwezigheid daarvan wil ik geenszins ontkennen, integendeel zij waren in ruime mate mijn 190

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 192