diose wijze gevierd, met als hoogtepunt de openbare opvoering
van een bewerking van David Koning van het beroemde werk
van Friedrich Feher „De Roverssymphonie", waaraan naast le
den van Teisterbant medewerkten solisten van de Nederlandse
Opera en het volledige Noordhollands Philharmonisch Orkest,
voor deze gelegenheid onder de bezielende leiding van Teister-
bant's bestuurslid, de hoboïst Jacques Moolenijzer, die in de tot
standkoming van deze opvoering een zeer groot aandeel had ge
had. De grote concertzaal was uitverkocht, tout Flaarlem was
aanwezig, alle heren met bolhoed en zwarte snor, welke zij aan
de ingang in ontvangst hadden moeten nemen en de gehele avond
(en nacht - er was bal na afloop) moesten blijven dragen (de
hoofdpersonen uit het stuk waren nl. alle zo uitgedost). Toen
Bomans vanaf het podium de avond opende keek hij eerst ge
amuseerd de stampvolle zaal rond, waarin een leger van bolhoe
den en snorren, waaronder zich menig Flaarlems notabele be
vond. „Dit hebben we in vijf jaar toch maar bereikt!" consta
teerde hij onder daverend applaus.
De lustrumviering eindigde met een geanimeerd diner in de
Vleeshal, tijdens hetwelk de beeldhouwer prof. Bronner tot ere
lid werd benoemd. Flier maakte een der leden zich tot tolk van
allen, door voor te dragen:
Rei van Teisterbanders
bij de viering van het eerste lustrum en van de
terugkeer van hun president.
Wij Teisterbanders blij van geest
Ten lustrum gaan op 't Vleeshalfeest
En willen ook den Godfried groeten,
den praeses met de grote voeten
die weergekeerd is, - onbevreesd
Die na zijn lange verre reizen
door d'ltaliaanse paradijzen
naar 't slek der kleine Spaarne-werreld
na veertien maand' is teruggedwerreld
197