DE MEESTER-DETECTIVE VAN HAARLEM
In het Haarlems Dagblad van 3 mei 1971 stond het volgende
bericht:
„Dokter helderde antiekdiefstal op"
„Een Haarlemse dokter heeft medegewerkt aan de opsporing van
de man, die op 4 april 1969 een antieke tinnen kan uit de Grote
Kerk stal.
De dokter was onlangs op een antiekveiling in Breda en zag daar
een kan staan, die volgens hem uit Haarlem afkomstig moest zijn.
Met een kerkmeester van de Bavokerk ging hij terug naar Breda.
Het bleek de gestolen kan te zijn.
Een Eindhovense antiquair had de kan voor 1.200,- gekocht
van een 39 jarige perser uit Haarlem. Deze beweerde de kan te
hebben overgenomen van een antiquair uit het Groot Heiligland.
Dit bleek een leugen te zijn, want ten tijde van de diefstal was de
door hem genoemde antiquair niet meer in leven. De perser is nu
ingesloten".
Een telefoontje gaf mij al spoedig de zekerheid, dat ons lid
Bloemsma deze ontdekking gedaan had.
De heer B. had een uitnodiging ontvangen de officiële opening
van een antiekbeurs te Breda bij te wonen. Onder de vele daar
tentoongestelde kunstschatten trok in de collectie van een gere
nommeerde Bredase antiquair een 17de eeuwse tinnen kan van
Amsterdams type zijn bijzondere belangstelling. Deze was niet
alleen zeldzamer dan de z.g. Rembrandt-kan, maar bovendien
buitengewoon mooi door haar gaafheid en donkere patine. Op
het deksel waren in de zware patine-laag nog resten van een oud
stempel te zien, die onder bezichtiging met de loep en bij speling
met de lichtinval een kerk lieten zien met in het midden een to
rentje erop. Met enige fantasie kon er nog een zijbeuk op afge
beeld zijn, wat een Haarlemmer onmiddellijk aan zijn vertrouw
de Bavo doet denken.
De heer B. wist de kan te verwerven, liet haar in Breda, maar
204