HAARLEMS MONUMENTENZORG IN 1971
Sinds de openingsdronk van de burgemeester, op 7 mei 1971,
heeft het wijnproeflokaal in de Breestraat zeker al veel meer men
sen onder zijn dak gehad dan er ooit in dit 300 jaar oude huis ge
weest zullen zijn. De gekroonde hamer in de gevel is een vertrouwd
teken geworden, met een opmerkelijke aantrekkingskracht. Het
„lokaal" blijkt een gezellige gastvrije ruimte te zijn, waar het proe
ven gepaard kan gaan met het nuttigen van attractieve gerechten.
De beide deuren herinneren nog aan de dubbele woonfunctie die
het pand tot aan de verbouwing voor de nieuwe bestemming heeft
gehad. Op de plaats van de muur, welke de twee woningen op de
beganegrond van elkaar scheidde, staat nu een jukvormige hout
constructie ter ondersteuning van de balklaag. Er is een doorzicht
gemaakt tot boven in de kap, omgeven door een balustrade in oude
stijl. Men kan daar zowel zijn gedachten als zijn glas wijn langs
een draad omhoog laten gaan.
Zoals het inwendige er thans uitziet, verraadt het niets meer van
wat hier vroeger was. De gevelsteen met de hamer is de enige
zichtbare aanwijzing omtrent een bepaald verleden. De hamer zal
waarschijnlijk betrekking hebben gehad op het beroep van degene
die de gevel blijkens het ingebeitelde jaartal in 1688 heeft laten
vernieuwen. Vermoedelijk is het pand zelf gebouwd in het eerste
kwart van de zeventiende eeuw. De uit 1578 daterende kaart van
Thomas Thomaszoon laat op deze plaats slechts een kale ruimte
zien. In 1626 bestond het perceel reeds uit twee woningen. De
archiefstukken maken geen melding van een smederij in die tijd.
Een aanwijzing in deze richting vinden wij eerst in een notarieel
protocol van 1676, waarin de naam voorkomt van Gillis Pieters
zoon van Tongerlo, met de toevoeging „mr. smid". Duidelijker
nog is een andere aantekening uit dat jaar, welke vermeldt dat de
weduwe van genoemde Gillis de winkel heeft overgedaan aan de
reeds in de smederij wonende Jacob Janszoon Smith.
Hoewel dit wijst op een bedrijfsfunctie, wordt het pand in de akten
van verkoop steeds omschreven als „een huis en erf, zijnde twee
206