woningen". Merkwaardig is dat de gevel twee stenen bevat, in elk waarvan de stok of het ijzer van een uithangbord kan worden ge stoken. Dit leidt tot de veronderstelling dat in beide woningen nering gedreven werd. Misschien is dit niet steeds het geval ge weest, want wij treffen hierover voor het eerst weer een gegeven aan in een veilconditie uit 1811, volgens welke in het voorhuis van de ene woning een „Commenysaffaire" gevestigd was. Het kan zijn dat de bedrijfsbestemming in hoofdzaak tot het rechter ge deelte beperkt is gebleven. Omstreeks 1950 was het pand eigendom van een bejaard echtpaar, dat het linker gedeelte bewoonde en volgens de caféhouder van de overkant een opmerkelijk aantal katten om zich heen had. Rechts, op nummer 24, was van 1949 tot 1963 een radiozaak ge vestigd. De winkelier woonde met zijn vrouw en drie kinderen in de beperkte ruimte daar boven en in een kleine achterkamer. De scheiding tussen de twee woningen bestond op de verdieping slechts uit een dun schotwerk. Wie nu behalve de wijn ook de ruimte op zich in laat werken, zal zich niet gemakkelijk een voor stelling kunnen maken van de uiterst primitieve omstandigheden waaronder hier geleefd werd. Het is trouwens verwonderlijk dat het pand gespaard is gebleven, want de bebouwing ter weerszijden was op het eind van de vorige eeuw al door nieuwe woningen ver vangen. Van 1921 af stond het huis vermeld op de Voorlopige lijst der Nederlandse Monumenten van geschiedenis en kunst. Hoewel uit wendig misschien een toonbeeld van schoonheid, was het van bin nen een monument van totale armoede. In 1956 begon de direc teur van de dienst Bouw- en Woningtoezicht zich over de toestand zorgen te maken. Zijn brief aan het ministerie had tot gevolg, dat een subsidie in uitzicht werd gesteld. De rijkscommissie voor de monumentenzorg raamde de herstelkosten in 1956 op 5000,—. De werkelijke restauratiekosten zouden 15 jaar later ongeveer 98.000,- gaan bedragen. Het linker gedeelte van de voorgevel was verzakt en de nog 75 jaar oudere achtergevel bleek aan zijn laatste adem toe te zijn. Beide gevels moesten opnieuw worden opgemetseld. De drie kozijnen in het bovengedeelte van de voor gevel bleken kruisvensters geweest te zijn, want de pengaten van 207

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 209