niet zo lang geleden vervangen door een braaf stukje trapwerk.
Hiermede werd nummer 14 wel heel nadrukkelijk de mindere van
zijn linker buurman. Gelukkig liet een in het archief gevonden
oude foto ons zien hoe het geweest is. Met dit gegeven kon de
top in het vroegere model worden teruggebracht. Bij deze onge
wone vorm zorgt de tympaan voor enige relatie met de architec
tuur van nummer 16, welke gevel ook na de restauratie duidelijk
de belangrijkste is van de twee. Dit accent is zelfs nog versterf
door het opnieuw aanbrengen van kruisvensters, terwijl bij de
rechter gevel werd volstaan met een simpele 19e eeuwse raam-
indeling. Jan Ockerse heeft dus door deze restauratie wel alle eer
gekregen die hem kon worden toegebracht. Maar hij was dan ook
een kunstzinnige metselaar en zijn buurman Dirk Albertsen was
slechts een eenvoudige houtkoper.
Wie beide gevels goed bekeken heeft, zou vervolgens kunnen gaan
naar de Evangelisch Lutherse Kerk in de Witte Herenstraat. Dit
gebouw kwam in het begin van de 17e eeuw tot stand op het noga
uitgestrekte terrein van het voormalige Witte Herenconvent. De
inwijding van deze schuilkerk vond plaats op 9 februari 16 e
oorspronkelijk door enige middenpilaren in tweeen gedeelde ruim
te werd op het eind van de 18e eeuw verbouwd tot een midden
schip met twee zijbeuken. Een andere ingreep geschiedde in 1895,
teen de eenvoudige voorgevel werd opgetuigd met een bemetse-
ling in de stijl van de neo-gothiek. Hoewel er ook nadien nog we
eens wat aan het gebouw is gedaan, straalde in onze dagen de wel
vaart er niet duidelijk meer van af. Met de herdenking van het
350-jarig bestaan in het vooruitzicht, besloot het kerkbestuur dan
ook in 1963 pogingen te ondernemen om de kerk in een staat te
brengen die de viering van het historische feit waardig zou zijn.
Zoals dikwijls met allerlei plannen het geval is, sprong men aan
vankelijk verder dan de polsstok lang was. Er werd een plan ge
maakt tot renovatie van het gehele complex, met inbegrip van de
verwijdering van het neo-gothische front van de kerk Gegevens
voor de reconstructie van de voorgevel werden gevonden op een
oude prent in een nevenvertrek. Er gingen verzoeken naar rijk en
gemeente, ter verkrijging van de nodige financiële steun. De pro-
219
