tekende en schilderde zelf (tijdgenote van Breitner). Zij stimuleer
de de jonge Leen tot schilderen en het bezoeken aan musea. Al
gauw (1938) ging zijn liefste wens in vervulling: bij de Larense
schilder Sip van der Schaar mocht hij werken aan de Palestina-
diorama's, die jarenlang in een der panden aan de Schotersingel in
Haarlem geëxposeerd waren en die zich nu in Amsterdam bevin
den. Daarna komt hij als leerling bij Henri Frédéric Boot, de
fascinerende Haarlemse kunstenaar aan wie talrijke jonge talen
ten zoveel te danken hebben. Boots invloed op zijn leerlingen is
onuitwisbaar geweest (zie jaarboek 1963). Een uitspraak van
Spierenburg: „Boot, daar kan je niet onderuit".
Op 20-jarige leeftijd vestigt Leen Spierenburg zich zelfstandig als
illustrator en kunstschilder. Hij illustreert jongensboeken, voert
opdrachten uit voor de K.L.M. en maakt illustraties bij verhalen
in de bladen Cri, Katholieke Illustratie en Panorama. Tot zijn
dood toe werkt hij aan het weekblad Panorama mee. Een maand
voor zijn overlijden bevat dit blad (Panorama 2-8 jan. '71) nog
een aangrijpende illustratie bij het verhaal „Saul, de eerste koning
van Israël". Ook werkt hij voor de Geïllustreerde Pers. Uit veel
van zijn werk spreekt zijn sociale bewogenheid: de mens treedt
op de voorgrond. Spierenburg zocht graag contact met mensen.
Hij voelde zich even gemakkelijk thuis tussen „officiële" personen
als tussen ruwe marktkooplieden of eenvoudige boerenarbeiders.
Het is dan ook niet te verwonderen, dat Leen actief deelnam aan
allerlei werk dat in het belang van de gemeenschap verricht werd.
Hij leefde in Spaarndam niet in een ivoren toren waar hij zijn
kunst koesterde, verre van dat.
Lange tijd trad hij op als regisseur van de Spaarndamse toneel
groep „Die Spaerne Ghesellen". Hij was mede-initiatiefnemer bij
de oprichting van de Haarlemse sociëteit Teisterband. Bovendien:
hij was sportman in hart en nieren, een facet dat bij weinig kun
stenaars aan de dag treedt. Meer dan 25 jaar voetbalde Leen in
de Heemsteedse club VEW (Volhard en Werk). Zijn kennis van
het voetbalspel leidde er toe, dat de bondscoach Georg Kessler
hem benaderde om zijn boekje (uitgegeven onder de auspiciën
van de K.N.V.B.), dat over de techniek van het voetbalspel gaat
van illustraties te voorzien. Leen maakte 78 technisch verant-
27