aanvankelijk niet aan een muzikale loopbaan te kiezen. Hij wilde tekenleraar worden en behaalde daartoe het einddiploma van de Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijzers te Amsterdam. De aantrekkingskracht van de muziek op Robert werd evenwel zo groot, dat hij in 1916 besloot zich te laten inschrijven als leerling van het Amsterdamse Conservatorium. Daar werd de befaamde Jean Baptiste Charles de Pauw zijn leraar in het orgelspel. In 1918, reeds na twee jaar studie dus, verwierf hij het orgeldiplo- ma. Zijn eerste betrekking van organist vervulde Robert aan de Nederlands Hervormde Kerk te Bloemendaal. Daarna werd hij stadsorganist van de gemeente Haarlem. Met vele honderden concerten heeft hij de traditie voortgezet van de gemeentelijke orgelbespelingen in de Grote Kerk, waarmede ingevolge een be sluit van het stadsbestuur van 17 november 1579 begonnen werd. Met deze concerten heeft Robert de naam van Haarlem als orgelstad steeds hooggehouden. Zijn programma's muntten steeds uit door een voornaam artistiek niveau. Nimmer heeft hij zich laten verleiden tot het toegeven aan wensen, die een vergaande popularisering van de orgelkunst betroffen. Robert gaf zijn orgel bespelingen gedurende de zomermaanden op het beroemde orgel van Christiaan Muller in de Grote Kerk. Na de plaatsing van het uit het Amsterdamse Paleis voor Volksvlijt afkomstig Cavaillé Coll-orgel in de gemeentelijke concertzaal in 1924 werden deze bespelingen gedurende de winter aldaar voortgezet. Veel kunste naars van naam hebben daaraan hun medewerking verleend. In de gemeentelijke concertzaal heeft Robert op 15 decembr 1955 als stadsorganist zijn afscheidsconcert gegeven. Op die dag werd hem na dit concert in de Ridderzaal van het Stadhuis een grootse huldiging bereid. Koningin Juliana onderscheidde hem met de benoeming tot ridder in de Orde van Oranje Nassau. Niet alleen als organist, ook als koordirigent heeft George Robert te Haarlem belangrijk werk verricht. Van 1923 tot 1966 was hij dirigent van de Haarlemse Christelijke Oratoriumvereniging. Met dit koor voerde hij in 1929 Bachs Matthaeus Passion uit, wat de inzet zou worden van een jaarlijkse traditie. Vele andere be langrijke koorwerken werden op het repertoire van de oratorium vereniging genomen, zoals de Hohe Messe van Bach, oratoria van 38

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 40