deren de dienstwoning, gelegen aan 't Pand, naast het voormalige
ontvan gerskantoor.
Onder de historische titel van „pandbewaarder" bleef hij van
toen af, tot aan zijn pensionering in 1968, belast met het toezicht
op het onderhoud van het gehele stadhuiscomplex, zoals dat be
grensd wordt door Grote Markt, Zijlstraat, Prinsenhof en Jaco-
bijnestraat.
In die funktie was zijn op het eerste gezicht wat stugge en geslo
ten persoonlijkheid niet alleen bekend bij de honderden stadhuis
ambtenaren, die hij heeft zien komen en gaan, maar ook in wijde
kring daarbuiten. Zijn ambt van „bewaarder" van het stadhuis
complex, dat het hart van Haarlem vormt, heeft hij ten volle
waar gemaakt. Wonende met zijn gezin in 't Pand heeft hij gedu
rende 37 jaar van 's-morgens zeer vroeg tot 's-avonds laat, na
aflooo van de laatste vergadering, de historische gebouwen fi
guurlijk en letterlijk „bewaard" tegen indringers, brand, (hoeveel
kachels waren er niet?!), diefstal, beschadiging en ontsiering.
Want deze stille werker had zijn hart met een grote liefde „ver
pand" aan het hem toevertrouwde stadsbezit.
Er kon geen onderhouds-, herstel- of vernieuwingswerkzaamheid
zijn of hij stond er bovenop. Door deze zorg èn belangstelling
kende hij al de oude fundamenten, muren en balken, met al wat
daar onder of achter verborgen zat, als geen ander. Wijlen de
restauratie-architekt C. W. Royaards deed bij zijn bouwkundige
onderzoekingen daarom vaak en graag een beroep op deze ken
nis. „Dat moeten we eens aan Van Beem vragen klonk dan zijn
roep en die roep bleef maar zelden onbeantwoord.
Maar ook op andere, meer naar buiten sprekende wijze heeft de
heer Van Beem Haarlem en de Haarlemmers aan zich verplicht.
Als verdienstelijk amateur-fotograaf maakte hij, samen met zijn
vrouw honderden foto's en dia's van het in- en uitwendige van
het gebouw ten behoeve van de kunsthistorische dokumentatie.
Gezamenlijk hebben wij deze dia's, in telkens andere samenstel
ling, meer dan honderd maal voor allerlei gezelschappen in en
buiten Haarlem vertoond. Van Beem bediende daarbij niet alleen
op onnavolgbare wijze gelijktijdig beide projektoren ter illustratie
van een steeds wisselend betoog, maar bovendien wist hij daarbij
41