het Kerksplein, waar de tweemans-academie haar eerste z.g. „Groot-Genootschappelijke Bijeenkomst" had gehouden. Het is er niet meer van gekomen. Het zou een Haarlems curiosum ge weest zijn. In de oorlogsjaren is zijn huis aan de Zonnelaan een broedplaats van onderduikers geweest. Je kon er desnoods midden in de nacht terecht. Een paar jaar lang woonde er o.a. de bekende dirigent van de Fritz Hirsch Operette: Hans Lichtenstein. Hij ver gastte er ons op muziekavonden en zong Schubert-liederen, dat je het drie straten ver kon horen. Juist daarom misschien is de Grüne Polizei nooit op de gedachte gekomen, dat ze in dit huis een vangst kon doen. De deuren stonden wagenwijd open en het was een va-et-vient van vrienden en kennissen. Het was een schone karaktertrek van hem, dat hij na de oorlog hetzelfde deed voor enkele oude bekenden, die fout waren geweest, en hun in zijn huis onderdak en bescherming bood tegen de moedwil van al te volijverige „bevrijdingshelden" uit de Binnenlandse Strijd krachtentroep. Zijn hulpvaardigheid was niet enghartig of secta- risch. Hij was hierin een nazaat van de oud-hollandse tolerantie. Het siert zijn nagedachtenis. Na de Bevrijding begon zijn grote tijd en werd hij alom bekend, óók in het Haarlemse. Talloos waren de spreekbeurten, tafel- speeches, improvisaties, openingsredevoeringen, waarmee hij aan vele Haarlemse cultuurgebeurtenissen gloed bijzette. Hoogtepunt daarin was zijn vijfjarige presidiaat van de Sociëteit Teisterbant, opgericht in 1949 in de kelders van Brinkmann. Toen bloeide hier een artistiek sociëteitsleven zoals nergens in Nederland. Sindsdien nooit geëvenaard. Onder zijn onvergelijkelijke improvi satiekunst en zijn superieure speelsheid van optreden bloeiden de „Haarlemse droge harten" open in een permanente feeststem ming van hoog gehalte, die ook prominenten van ver buiten de stad binnen haar ban trok: Roland Holst, Van Duinkerken, Wou ter Paap, Hendrik Andriessen, Cor Ruys, en noem maar op. Er was geen tentoonstelling, muziek- of toneelpremière in de stad, of Teisterbant was achteraf het middelpunt en Godfried namens allen de gastheer. Af en toe. ontlaadde het zich in grootse feest manifestaties, zoals de Weense Avond in de Vleeshal, de Teister- 52

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 54