risch, want zoals de oude Haarlemmers weten, was daar inder daad meer dan honderd jaar lang de Kantoorboekhandel Van Brederode gevestigd, achter een gevel „die in zijn voorname lijnen ons herinnert aan dagen, waarin de mensen met bedacht zaamheid en teug voor teug het ontzaggelijk en in alle opzichten onverdiend geluk van Haarlemmer te zijn genoten". De familiegeschiedenis zelf had Bomans volkomen uit zijn duim gezogen. Pure kolder, vermengd met scherpe observatie en een onfeilbaar sfeergevoel, in een stijl waarvan hij alleen het geheim bezat, vloeiend en vol ironische beeldspraak met een dubbele bodem. Tevens een prachtige persiflage op het genre: locale peuter-geschiedenis. Er komen soortbeschrijvingen in voor, waar een bepaald genus onder de loupe genomen wordt, zoals bijvoorbeeld de Haarlemse binnenvetter: „Wat is een binnenvetter? Een binnenvetter is een typisch Haar lemse verschijning. Ik sluit geenszins de mogelijkheid uit dat er ook enige in Heemstede en Bloemendaal te vinden zijn, maar zij zijn de ware binnenvetters niet. De ware binnenvetter woont op de Grote Markt en in de aangrenzende percelen. Voorbij de Ane- gang, de Paarlaarsteeg en de Krocht treedt al een lichte verwate ring op en voorbij het Verwulft is het type in zijn zuivere vorm al uitgespoeld. Het is een zeer hoge zielestaat, die op het ogen blik in Haarlem dreigt uit te sterven en nog slechts bij enkele be woners in volle gaafheid wordt aangetroffen." Men proeft het al uit de toon van zulk een fragment: een lokaal patriot, in de gewone betekenis van het woord, was hij niet. Zijn Lof van Haarlem stak vol ironie. Hij blies het Haarlemmerschap welbewust tot zulk een kosmische omvang op, dat de rest van de wereld een randgemeente werd. Een der gerechten op de spijs kaart van Teisterbant doopte hij dan ook met de naam: Afgunst der Randgemeenten. Het was een vorm van knusheid, waarin hij zich graag af en toe terugtrok tegen een al te luide wereld, hoewel hij heel goed wist dat het maar tijdelijk was, en geen escapisme. „Een klein fort van gezelligheid in een ruimte, die woest en ledig is." Dat was de rol van Haarlem in zijn druk bezette leven. My town is my castle! 55

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 57