Na eerst in Leiden de advocatuur te hebben uitgeoefend, duurde het niet lang of hij keerde naar zijn geboortestad terug. Naast de uitoefening van zijn advocatenpractijk maakte hij zich al gauw verdienstelijk in het sociale en culturele leven van Haar lem. Als achterneef van Nicolaas Beets (Hildebrand) moet ook hij de Haarlemmers terdege hebben begrepen, maar die zagen ook al snel dat zij er geen „onaangenaam mens" bij hadden gekregen. De lijst van zijn functies is lang, willekeurig in volgorde en on volledig. Voorzitter van „Weldadigheid naar Vermogen", voorzitter van de Haarlemse Orkest Vereniging, President-Kerkvoogd van de Ne derlands-Hervormde Gemeente, voorzitter van het provinciaal college van toezicht van deze kerk, voorzifter van de Haarlemse Muziekschool, penningmeester van het comité tot plaatsing van Bronner's Hildebrandmonument in de Haarlemmerhout. Verder president-commissaris van de Haarlemse Hulpbank (in het jaar 1844 opgericht tegen de woeker). Ook zat hij in de com missie van toezicht op de bioscopen en in die op het lager on derwijs. Ik weet zeker dat ik nog verscheidene van zijn functies over het hoofd zie. Zo herinner ik me opeens als medebestuurs lid van de Reclassering te Haarlem, dat hem na het plotseling overlijden van de voorzitter, werd verzocht diens plaats in te nemen. Ik weet dat hij „zijn kinderen" zoals hij de gevangenen soms snaaks noemde, geregeld bezocht en speciaal met de feest dagen, zoals Kerstmis en Oude Jaar, hen niet in de steek liet. Ik herinner me dat hij voor een van hen op een van die dagen bij mij een Bos-atlas kwam halen, waar deze man vurig naar ver langde. Na lange tijd „Hoofdbestuurslid van de Aloude Rhetorijkkamer „Trou moet blijcken" te zijn geweest, werd hij „Keizer" (presi dent) en na vele jaren deze functie bekleed te hebben, werd hij bij zijn afscheid tot erelid benoemd. Tezamen met Prins Bernhard en Prins Claus werd hij „Der Dritte im Bunde". In de oorlog werden hij en ik door de bezetter uitverkoren op terreinen in de buurt van het Christelijk Lyceum in de bittere kou 's nachts wacht te lopen. Toen mijn vrouw bijna iedere nacht 63

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 65