OPGRAVING NAAR AELBRECHTSBERG Op 2 augustus van het vorig jaar begon de afdeling Haarlem van de Nederlandse Jeugdbond ter Bestudering van de Geschiedenis (N.J.B.G.) een opgraving naar het voormalig jachtslot en lusthof van de graven van Holland en het latere particuliere buitenhuis „Aelbrechtsberg". Alvorens iets over de opgraving zelf en de resultaten van deze te vermelden geef ik U eerst een beknopte geschiedenis van het bestaan van het kasteel Aelbrechtsberg. Van houten burcht tot landhuis De historie van de Aelbrechtsberg gaat zeer ver terug. De stichting van het kasteel wordt toegeschreven aan Floris II, ook wel bekend onder de naam Floris de Vette, Graaf van Hol land, die gehuwd was met Petronella van Saxen, halfzuster van Keizer Lotharius II. Floris II was van 1091 tot 1122 „Heer en Regeerder" van Hol land. Van de bouw van Aelbrechtsberg is feitelijk niets bekend. Het eerst wordt het huis genoemd in een enkel bericht over de gebeurtenissen in het jaar 1133 toen Floris de Zwarte tegen het wettig gezag samenspande. Dit gezag berustte bij zijn broer Dirk, Graaf van Holland. De „Ongenoemde Clerc", zo wordt in de „Beschrijvinghe ende lof der Stadt Haerlem" van de Haarlemse geschiedschrijver Samuel Ampzing verhaald, zegt dat Floris de Zwarte de stad Alkmaar in de as legde en Dirks woning „tot Aelbrechtsberghe" verbrandde. De naam van het toen nog houten kasteel is waarschijnlijk ont leend aan de Kennemer Apostel Adalbert, voor wie zowel Pe tronella als Floris II een bijzondere verering had. De in de dertiende eeuw veelvuldig uitgegeven oorkonden en de toen reeds beschreven (nu ook aangetroffen) dikke stenen muren wijzen op een optrekken van Aelbrechtsberg uit steen en een veelvuldig bewonen van het slot. 65

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 67