Aan aardewerk werd alleen Siegburg gevonden; dit was hard ge bakken, meestal ongeglazuurd, daterend uit het begin van de veertiende eeuw, dat in Duitsland in het Rijngebied werd ver vaardigd. Hiervan werden twee geheel gave kannetjes aangetrof fen. Na enige lijmwerk konden nog 15 kannetjes worden ge vormd. Buiten het Siegburg materiaal werden nog de meest uiteenlopen de voorwerpen gevonden: een scherf Pingsdorf aardewerk uit de twaalfde eeuw (afkomstig van de houten burcht), grote delen van houten schalen en nappen, fragmenten van een hardstenen ven sterpilaar met kapiteel (Maas-Schelde Gotiek), de resten van een lederen handschoen en enige zooltjes, een driekantige zaagvijl en als laatste een groot aantal scherven van een veertiende eeuwse roemer, die een gedraaide steel en een druppelvormige versiering op de rand heeft. (Dr. R.enaud betitelde het glas als een vondst van Europese bete kenis.) Na de muren geheel te hebben blootgelegd, concludeerde Dr. Renaud uit het muurwerk dat dit een fundament van een privaat toren was. Aan de hand van de vondsten, die gedateerd kunnen worden tussen 1300 en 1350, kunnen we zeggen dat de bouw van deze toren voor 1300 heeft plaatsgevonden en de slechting om streeks 1350. Welgeteld twee maanden later werd, na toestemming van een volkstuinder om in zijn tuin te graven, het tweede Middeleeuwse muurwerk opgegraven. In de tussentijd werd een onderzoek succesvol naar de loop van de gracht gedaan. Het bleek dat dit een uitloper van het dichtbij- liggende meertje van Caprera is geweest, later voor een deel is dichtgeslibd en in de Middeleeuwen weer gedeeltelijk is uitge diept. Ook werden nog twee stortplaatsen ontdekt. De ene bevatte fragmenten van verschillende dertiende eeuwse zwartgrijze kogelpotten en de ander voornamelijk Siegburg aarde werk. Met toestemming dus van de volkstuinder werden de laatste bonenstruiken in zijn tuin weggehaald en begonnen we met volle moed twee sleuven kruiselings op elkaar te graven. 70

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 72