bezoekers trekt." Ongegrond is overigens die drempelvrees, want de heren die de atlas onder hun beheer hebben, vangen je fijn op en zijn erg be hulpzaam om je uit de overweldigende collectie tekeningen, prenten en wat dies meer zij, die afbeeldingen te tonen waar de interesse naar uitgaat. Een gastvrije ontvangst valt een geïnteresseerde ook te beurt bij een bezoek aan Teylers museum, geen moeite is de adj. conser vator teveel om de zware leggers uit de kluis te halen en de ge vraagde tekeningen voor te leggen en van deskundig commentaar te voorzien. In de praktijk blijkt n.l. dat heel veel tekeningen en prenten niet gesigneerd of gemonogrammeerd zijn en dan kan het voorkomen dat deze aan bepaalde kunstenaars worden toe geschreven, terwijl, na onderzoek, achteraf blijkt dat een ander de maker is. Vaak zijn het voorbereidende schetsen of uitgewerkte tekeningen van schilders, die stadsgezichten naar het leven ter plaatse teken den en later in het atelier hun schetsen op doek of paneel uit schilderden, zoals in de 17e eeuw Gerrit A. Berckheyde, die zijn tekeningen en schetsen nauwelijks of niet signeerde. Hetzelfde geldt voor de tekenaars uit de 18e eeuw, waarin het stadsportret „mode" was en veel kunstenaars in die tijd een goed inkomen bezorgde met als belangrijken: Cornelis Pronk, Jan de Beyer, Cornelis van Noorde, Hendrik Spilman, Paul van Liender, Wybrand Hendriks en nog vele anderen. Als verzamelobject waren tekeningen, mede gezien de prijs, vaak aantrekkelijker dan schilderijen en deze werden zeker niet alleen in de atlassen, zoals de topografische verzamelingen werden ge noemd, bewaard. De uitgewerkte tekening werd dan ook vaak door de kunstenaar in het atelier vervaardigd, hetzij naar schetsen, hetzij naar oude voorbeelden en dat deden zij in de 18e eeuw heel veel in op dracht van verzamelaars. In de meeste gevallen werden dergelijke tekeningen door de kun stenaar gesigneerd of gemonogrammeerd op de voor- of op de achterzijde. Naast de uitgewerkte tekeningen en aquarellen in opdracht, werd heel veel ter plaatse naar het leven getekend en 91

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 93