wijze moest zelfs het onderlichaam van ons monumentje worden
prijsgegeven. Men kan zeggen dat zulks op het Begijnhof niet zo
verwonderlijk is. Er moest nu worden besloten tot een algehele
herbouw. Hiermede werd begonnen in september 1971, door het
aannemersbedrijf Hillen Roosen te Amsterdam, nadat eerst
vergeefs was getracht met twee andere firma's tot overeenstem
ming te komen. Het gebouw kwam vrij snel overeind, zodat de
ingebruikname nog geen jaar later kon plaatsvinden. Enige tijd
daarna, namelijk op 6 oktober 1972, werden ten aanschouwe van
een aantal genodigden de officiële openingshandelingen verricht.
Een samenzijn in de Waalse Kerk zette luister bij aan het feit van
de voltooiing van dit werkstuk. Zonder die mooie prent van
Schouten zou het nooit zover gekomen zijn.
Een gevelsteen, vervaardigd door de beeldhouwer J. H. van
Borssum Buisman, herinnert aan de relatie met de Liefdebeurs.
De kraagsteen onder de lisene in de trapgevel stond jarenlang in
de kamer van het secretariaat van de schoonheidscommissie en
heeft nu een goede bestemming gevonden. Ziedaar de geschiede
nis van de wedergeboorte van een monument. De andere delen
van het Begijnhof zouden nu spoedig moeten volgen. Er valt in
dit gebied nog heel wat te rehabiliteren.
Wie de Schalkwijkerweg tot aan de Ringvaart volgt, ziet op enige
afstand in oostelijke richting de voormalige watermolen van de
Vereenigde Groote en Kleine Polders. Voorheen was dit een deel
van het grondgebied van de gemeente Haarlemmerliede en
Spaarnwoude. De niet groot van stuk zijnde molen stond aan het
einde van de Gouwwetering. In plaats van dit inmiddels verdwe
nen watertje zien wij nu een grote plas, die bedoeld is voor re
creatie. Zoals met de meeste molens het geval is, gebeurde de be
maling reeds lang niet meer door windkracht, maar door een
elektrisch aangedreven motor. De overbrenging van het water
geschiedde met een stalen vijzel. Omstreeks 1955 besloot het
polderbestuur de molen over te dragen aan de heer H. J. B. Kion,
op basis van erfpacht. De heer Kion was eigenaar van het toen
malige restaurant „De Ouwe Meerpaal", gelegen aan de Vijfhui-
zerdijk 3 te Vijfhuizen. Hij had zich als particulier het lot van
114