alleen maar als kijkobject fungeren kunnen heel nuttig zijn. Dit blijkt wel overtuigend als men de molen ziet tegen de achtergrond van de Schalkwijkse flatgebouwen. Hoewel wij verheugd mogen zijn over het herstel van dit aardige monumentje aan de Ringvaart, valt het te betreuren dat de her bouw van de in 1932 afgebrande molen „De Adriaan" voorgoed van de baan is. Zolang de onderdelen hier lagen opgeslagen kon er nog hoop zijn. Op 12 en 13 juli is alles echter overgebracht naar Uitgeest, ter vervanging van de molen „De Kat", die daar in 1971 door dezelfde oorzaak verloren ging. Het materiaal was afkomstig van een achtkante stellingmolen te Alblasserdam en werd in mei 1954 naar Haarlem getransporteerd. De zwaarste stukken vonden een plaats op het terrein van Figee. Het is niet gelukt, het silhouet van onze stad met deze molen te verrijken. Wel is er veel correspondentie over gevoerd. Eén van de strui kelblokken was dat de pogingen om tot een bepaalde vorm van exploitatie te komen zonder succes bleven. In 1961 werd gedacht aan een bestemming tot cultureel opvangcentrum. Op deze basis mocht een plan en begroting worden gemaakt. Intussen begon de heer Verolme, die de onderdelen blijkbaar had afgestaan, de eis te stellen dat zij weer teruggebracht moesten worden. In 1963 werden eindelijk een plan en een bestek ontvangen. Gerekend was uiteraard ook op het herstel van de bakstenen onderbouw en op een bijbehorende woning. Deze voorzieningen maakten de kosten extra hoog. De wieken van de molen lagen toen al negen jaar roerloos bij Figee. Geen stormwind kon er beweging in brengen. Wel ontstond er een dwarreling van cijfers, resulterend in de niet geringe kostenraming van 613.000,-. De liefde voor ons stadsschoon was niet groot genoeg om dit offer te kunnen opbrengen. Na aftrek van subsidies moest de gemeente nog ruim 472.000,- voor eigen rekening nemen. In de raadsvergadering van 12 december 1968 viel de laatste slag en werd besloten om van de herbouw van de molen af te zien. Deze geschiedenis moest hier even worden gememoreerd, veertig jaar nadat onze Adriaan een vuurgloed werd en niet zoveel Haarlemmers zich zijn bestaan nog zullen herinneren. 116

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1972 | | pagina 118