enige juiste methode. Ook aan de natuursteen zijn vroeger nogal
eens reparaties uitgevoerd. In het bijzonder waren het de spuwers
en de onderdelen boven de balustrade die steeds het meest van
weer en wind geleden hebben. De oorspronkelijke vorm was
daarbij soms niet meer te herkennen. Toen in de vorige eeuw de
spuwers onder de eerste omloop vernieuwd moesten worden heeft
men zich over de vorm niet al te druk gemaakt. Inplaats van
dierfiguren werden stenen tuiten toegepast, met aan de onderzijde
nog een rudiment van een dierenklauwtje. Ook met het herstel
van andere onderdelen wist men niet best raad en maakte er maar
wat van. De hoekpinakels op de balustrade werden daardoor tot
eigenaardige gedrochten gereduceerd. De luchtbogen die oor
spronkelijk deze hoekpinakels met het torenlichaam verbonden
zijn vermoedelijk al heel lang geleden verwijderd, want er is geen
enkele oude afbeelding waarop zij zichtbaar zijn. Zo was het ook
gesteld met de tussenpinakels en andere versierende elementen.
Door het ontbreken van voldoende gegevens was het moeilijk
tot een verantwoorde reconstructie te komen. Het is een zorgvul
dig afwegen geweest, mede aan de hand van voorbeelden elders.
De lezer van deze uiteenzetting doet er goed aan, nauwkeurig de
afbeeldingen te vergelijken van de toestand vóór en na de restau
ratie. Tevens zal daarbij opvallen, dat de bovenbouw nu geheel
anders van tint is dan vroeger. Sommige delen van de zandsteen
waren bijna zwart verweerd. Door de uitgevoerde reparaties ont
stonden grote kleurverschillen. Deze contrasten werden nog gro
ter wegens de toepassing van kalksteen voor de pinakels en
luchtbogen. Het gebruik van zandsteen moest namelijk beperkt
blijven tot de achtkante schacht, daar de verwerking van dit
materiaal slecht is voor de gezondheid van de steenhouwers. De
kalksteen verweert op den duur wit en de zandsteen donker. Om
een al te bont aanzien te vermijden is nu de gehele bovenbouw
geverfd. Sporen van lijnolie deden trouwens vermoeden dat de
natuursteen en het lood ook vroeger geschilderd zijn geweest.
Behalve beter zichtbaar is de toren ook weer hoorbaar geworden.
Van 1663 tot 1805 vulden 24 Hemonyklokken de open zandste
nen lantaarn. De gemeenteman die de zaak in laatstgenoemd jaar
beheerde rapporteerde dat er sprake was van een gevaarlijke
128