die mensen op anderen willen maken en hun ware aard. Die
schijn valt niet te handhaven als het lijfelijk bestaan in hoogste
nood verkeert.
Hollaar was een geroepene in zijn vak. Daarvan getuigen zijn
werken, daarvan getuigde zijn manier van arbeiden, daarvan zal
de herinnering getuigen dergenen, die het voorrecht hadden met
hem te mogen werken of zijn taak te mogen overnemen. Alles
wat hij als ingenieur deed, was tot in finesses weloverwogen,
goed doordacht. Zijn werk was van hoog niveau.
Dat is te zien aan het secundair pompstation Zeeweg (1935), het
voorfiltergebouw (1938), du verbouwing van de nafilters en de
bouw van een rein-waterkelder (1939), de overdekking van de
nafilters (1949), de aanleg van de diepwaterwinning met de se
cundaire pompstations Zuid en Noord inbegrepen 72 diepwater-
pompputten, alles om de groei van de aflevering van drinkwater
bij te houden. Het waterverbruik steeg van 2.1 miljoen m3 in
1930 tot 5.5 miljoen m3 in 1960, de periode waarin Hollaar met
zijn kunde de stad Haarlem diende.
Met deze zeker niet volledige opsomming van zijn grotere zicht
baar gebleven werken wordt slechts een eerste indruk gegeven
van zijn werkkracht. Veel van zijn werk is onzichtbaar geworden,
omdat het in de aard van de waterleidingtechniek ligt het distri
butienet ondergronds te leggen. Van zijn hand is het ontwerp en
een deel van de aanleg van een de stad omvattende ringtransport-
leiding, welke door jaarlijkse uitbreidingen eerst omstreeks 1975
voltooid zal worden. Onder zijn directie werd nog circa de helft
van het zuidelijk gedeelte alsmede van de derde transportleiding
tussen het pompstation te Overveen en die ringtransportleiding
aangelegd.
De resultaten van zijn werkkracht zijn ook onzichtbaar gewor
den, waar het zijn commissoriale arbeid in het landelijk verband
van de drinkwatertechniek betreft. Deze richtte zich vooral op
vak-documentatie, normalisatie en in het bijzonder op vakop
leidingen. Zijn bijdrage aan het tot stand komen van het Hand
boek voor het Waterleidingvak is zeer essentieel geweest en hield
hem ook na zijn pensioenering nog jaren bezig.
Juist die laatste interesse, jonge technici behulpzaam zijn zich
42