afb.2) of er staan twee hoge westtorens (afb. 5). In augustus 1894 maakte Cuypers een begroting. De hele kerk zou 727.000- gaan kosten, waarvan 300.000,- voor het koor. Hij suggereer de te beginnen met de sacramentskapel met plaats voor 360 mensen, plus pastorie voor 68.000,-, of met de hoge zijbeuk er aan met 650 plaatsen, voor 95.000,-. Men besloot de pasto rie en het hele koor te bouwen. Bij de aanbesteding werd het werk gegund aan de aannemer G. Hulsebosch uit Haarlem en op 15 juni 1895 werd de eerste paal geslagen. Men had toen afgezien van de kruis/koepelgewelven, getuige de tekeningen van Jan Stuyt, die als opzichter voor Cuypers werkzaam was (afb. 6, 7). Op 3 oktober legde mgr. Bottemanne de eerste steen aan de noord-oostpijler van het hoogkoor.11 Aan het eind van het jaar was de pastorie geheel onder de kap. De bouw van het koor ging gestaag door en op 2 mei 1898 werd het eerste deel van de kathedraal door mgr. Bottemanne geconsacreerd. „Kinderlijk blij reed de hoogbejaarde Mgr. Bottemanne in de vroege morgen van 2 mei 1898 van zijn bisschoppelijk paleis aan de Nieuwe Gracht naar zijn nieuwe kathedraal en onmiddellijk na zijn aankomst begonnen de wijdingsplechtigheden. En omstuwend als een stoet van bruidsjonkers de grijze bisschop, zo vertelt een ooggetuige, wolkte een krans van witgewade priesters en levieten de tempel binnen en omkroonde zegezingend het altaar ,12 Het voltooide gedeelte was, waar het later aan het transept aan zou sluiten, van boven met een voorlopige muur afgesloten en be neden sloot het aan op een houten noodkerk, rustend op de fun deringen van het transept, die al gelegd waren. De plannen voor de verdere bouw bleven veranderen. Had Jos. Cuypers zich nu eens een achtzijdige vieringtoren met uitwen dig twee geledingen en topgevels om het spitse dak voorgesteld (10 maart 1895, afb. 8), dan weer een met drie geledingen zon der topgevels (afb. 9), of één vensterzone en topgevels, weldra was het een twaalfzijdige, bijna ronde, veel meer koepelachtige toren geworden als op de bekende perspectieftekening, die K. P. C. de Bazel maakte (afb. 10). Hoewel De Bazel in 1895 het bureau van de beide Cuypers' verlaten had,13 is deze tekening 59

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1972 | | pagina 61