Een tegenvaller was, dat de fundamenten van de torens ondeug
delijk bleken en er zowel buiten als binnen de kerk vele nieuwe
palen geslagen moesten worden. Evenals bij de vorige bouw
perioden heeft Jos. Cuypers, die nu met zijn zoon Pierre samen
werkte, zijn plannen tijdens de bouw steeds gewijzigd, vooral wat
betreft de torenbekroningen. Hele series schetsen zijn er, met
koepelachtige bekroningen, met rechte spitsen, met tiara s, met
ziggurats en zelfs met een soort Chinese pagodes (afb. 14, 15,
16). Uiteindelijk besloot de architect maar helemaal geen be
kroningen op de torens te zetten en ze met een plat dakje af te
dekken. Op 22 november 1928 metselde mgr. Aengenent, de
opvolger van Callier, die in dat jaar overleden was, de laatste
steen van de vrouwentoren en deed Cuypers hetzelfde op de
mannentoren (afb. 17).
De kathedraal was toen echter nog niet voltooid. Nog vele maan
den werkte men aan de westbouw en aan een nieuw portaal vooi
het noordertransept. Evenals alle ontwerpen voor deze kerk zijn
ook de plannen voor de westbouw steeds veranderd. In 1893
wilde Cuypers aan de noordzijde, waar zich nu de zogenaamde
statietrap bevindt, een doopkapel bouwen. Hiertegen maakten
B. en W. van Haarlem op 13 februari 1902 bezwaar, omdat deze
kapel zich buiten de rooilijn uit zou strekken. Daarom werd er
tijdens de tweede bouwfase tegen het zuidertransept een doop
kapel gebouwd. Aan de zuidzijde was een kapel gepland, die
wisselende bestemmingen had. Nu eens werd hij catechismus
kapel genoemd dan weer trouwkapel en soms eenvoudig devotie
kapel. Ook lag het in de bedoeling aan deze kant een gerieflijke
opgang naar de orgel- en koortribune te maken, die dan met een
loopbrug door de open onderbouw van de zuidertoren zou lopen.
Eind 1927 besloot men de statietrap naar de noordkant te ver
plaatsen en aan de zuidzijde een processie-in- en uitgang te
maken. Deze ronde statietrap is het laatste staaltje geworden
van het kunstige metselwerk, dat overal in de kathedraal te vin
den is. Via deze trap was ook, tot enkele jaren geleden het grote
St. Willibrordusorgel op de westtribune geplaatst werd, de loggia
boven de grote portieken te bereiken, die bestemd was voor de
bisschop om vandaar de menigte van gelovigen toe te spreken
67