dat hij dan wel graag zich wat meer in die Moors-Arabische or namenten had willen verdiepen.44 De tijdgenoten hebben de verdiensten van de St. Bavo erkend, iets wat toch wel uitzonderlijk genoemd mag worden, zelfs als de bekritiseerde de naam Cuypers droeg. Zo schrijft Henri Evers: „Heel deze indrukwekkende massa, hoewel geënt op het histori sche schema van de Frans-romaanse en gotische hoofdkerken, is niettemin van architectonische namaak vrij, en dankzij het per soonlijk talent van de bouwmeester beheerst en hervormd tot eigen werk". Merkwaardig is het dan wel om Evers juist die onderdelen van het gebouw te horen kritiseren, die door anderen bejubeld werden als voortbrengselen van een nieuwe architec tuur: „En al mogen enkele onderdelen, met name de transept gevel en de koepelhelm nog volkomen vormvastheid missen, het gehele werk spreekt van frisse, zelfstandige geest, van krachtig streven naar vrijmaking van de historische stijl .4j Het laatste duidt toch weer op vooringenomenheid tegen de historiserende tendenzen van de 19e eeuw. De wens van bisschop Bottemanne om de inbreng van de kleur niet door middel van beschildering te doen realiseren, moet goed hebben aangesloten bij de opvatting van Joseph Cuypers, die meer dan eens scherpe kritiek had uitgeoefend op het kleuren schema van verschillende 19e-eeuwse kerken,46 en met name de beschildering vanwege het vochtige Nederlandse klimaat onge schikt vond. Om nu uit deze impasse te geraken wilde Joseph Cuypers de kleurinbreng uitsluitend laten ontstaan door de toe passing van verschillende materialen, terwijl hij zich voor de toe passing daarvan baseerde op de vroeg-dertiende-eeuwse laat- romaanse architectuur van het Rijnland. In de St. Bavo ging Joseph Cuypers geheel zijn eigen weg met een nieuw kleurenschema, want in het interieur dat opgebouwd was uit gele klinkers met iets donkerder speklagen van gegla zuurde steen,47 werd de kleurinbreng gerealiseerd door de groene zuilen van Labradorgraniet in de apsis en het triforium, terwijl het de bedoeling van de architect was dat verdere decoratie zo veel mogelijk met behulp van aardewerkprodukten zou plaats vinden.48 Gele steen had Joseph onder meer toegepast, omdat 81

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1972 | | pagina 83