101
sabeth's Gasthuis hebben genoemd; het was in 1456 gesticht. Het
moest nu tot gasthuis verbouwd worden. Van het oude klooster
bleef toen waarschijnlijk slechts zeer weinig over.2 Omstreeks
1581 is het nieuwe gasthuis in gebruik genomen.
De eerste bruikbare beschrijving van dit gasthuis is van de blij
speldichter Pieter Langendijk (1683-1756). Hij heeft ons een
onvoltooid handschrift nagelaten met een beschrijving van de
stad Haarlem, waarin die van het gasthuis en van de gasthuis
poort. Woordelijk schrijft Langendijk:3
,,De voorpoort, die op het Groot Heilig staat, is voltooid in den
jare 1509, volgens het opschrift, dat er op uitgehouwen is. Maar
hieruit zou moeten volgen, dat men aan dit Gasthuis al bijna een
eeuw vroeger heeft beginnen te werken, dan men inderdaad ge
daan heeft, doch het tegendeel is bekend. Echter is die poort
eertijds voor een ander gasthuis gesticht, gelijk de halfronde 4
figuren, die boven den ingang staan, verbeeldende een kranke,
die op een bakermat3 na 't gasthuis gedragen, van eenige mis
baar makende wijven word gevolgd, uitwijzen; waaruit op te
maken is, dat het de voorpoort moet geweest hebben van 't ver
brande Gasthuis in de Grote Houtstraat. En dat de regenten
van hetzelve tot een ingang voor het nieuwe hebben willen ge
bruiken zonder eenige verandering ten opzichte van het jaartal
te maken."
In de kantlijn: „Hetgeen mijn meening noch bevestigt en buyten
tegenspraak stelt, is, dat er ook noch een tweede jaartal op ge
vonden wordt, namelijk 1612, wanneer de voorpoort zekerlijk
hier gezet is. Ook wijst de ouwerwetsche opschik en de kunst van
't zelve klaar genoeg uit, dat in de zeventiende eeuw (doe de
kunst hier al in bloei was) zulke figuren niet voor kunst zouden
doorgaan, 't Is de eerwaardige oudheid dan, die het werk aan
trekkelijk maakt."
Langendijk vervolgt: „Aan wederzijde van den ingang staat een
blauwe arduine pilaar, het voetstuk en de kroon van wit marmer,
waaruit een boog rijst, daar deze letteren op gebeiteld zijn: Gra
vamen corporale, medicamen spirituale. Onder deze toog ziet
men het stadswapen en dat van het Gasthuis bestaande in drie
gouden kronen op een blauw veld."