121 (Bijlage I) - „alle de Kerk en altaar Cieraden tot den Room- schen Eeredienst behoorende, en zich op het Paleis te Amster dam bevindende" 27 werden afgestaan aan het Seminarie War mond 28 Aan de hand van een bewaard gebleven lijst, waarin alle goede ren beschreven zijn, die op 10 augustus 1814 door de „Adjudant der Vorstelijke Paleizen" aan de Warmondse hoogleraar Baron van Wijkerslooth overhandigd werden, kunnen wij ons een dui delijk beeld vormen van de omvang en de samenstelling van deze schenking 29. De inventarislijst vangt aan met een opsomming van de kostbare zilveren voorwerpen, waartoe onder meer een zestal grote kan delaars, twee wierookvaten, kelken, een blad met ampullen, een monstrans en een altaarschel behoorden. Nagenoeg deze hele collectie is binnen de muren van het Warmonds Seminarie voor een roemloze ondergang behoed. Behalve zilverwerk werden voorwerpen van onedel metaal30 af gestaan, evenals enig meubilair, een aantal boeken en talrijke misgewaden. Tot de boeken die van bijzondere betekenis zijn, behoren niet alleen de met zilveren beslag versierde missalen, maar ook twee in rood marokijn gebonden werken 31. Het ene exemplaar dat bovendien een in goud uitgevoerde koningskroon met daaronder de initialen L.N. op de voor- en achterzijde van de band draagt, bevat het privé-gebedenboek van Lodewijk Napoleon32. Het andere werk, waarin bepalingen voor de hofdignitarissen zijn vastgelegd, is getiteld „Etiquette du Palais Royal" 33 en werd in 1806 te 's-Gravenhage gedrukt. Het spreekt vanzelf dat de diverse paramenten, waarvan in Warmond bovendien actief gebruik gemaakt werd, sterker door de tand des tijds zijn aangetast dan de zilveren voorwerpen. Toch zijn een aantal gewaden - zij het in gerestaureerde staat - bewaard gebleven. Hiervan is het zogenaamde Keizersstel34 het belangrijkst; de talrijke onderdelen hiervan zijn vervaardigd van zilverlaken, dat rijkelijk met gouddraad geborduurd is. Ook het „zwarte stel" 35 is uit de hofkapel van Lodewijk Napoleon afkomstig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1973 | | pagina 123