126 te danken geweest, dat de kostbaarheden uit Lodewijk Napo leons paleiskapel in het bezit van Warmond gekomen zijn. In het Koninklijk Besluit van 23 juli 1814 (Bijlage I) wordt dan ook deze jeugdige medewerker en niet de toenmalige president J. M. Chedeville als „vertegenwoordiger" van het Seminarie ge noemd 47. Niet alleen Van Wijkerslooth zelf, maar ook zijn moeder en enkele andere familieleden hebben het welzijn van het Seminarie Warmond in hoge mate bevorderd. Zo vormden de uit hun familiekapitaal verstrekte offers onder meer een belangrijke bij drage in de onkosten, die de dringend noodzakelijke uitbreiding van het gebouw met zich mee bracht. Uit erkentelijkheid voor dergelijke sympathieke gestes liet men zowel in 1821 als in 1843 aan Van Wijkerslooth de eer om de eerste-steenlegging te ver richten. In 1832 werd Baron Van Wijkerslooth door de paus benoemd tot Bisschop van Curium, waarna hij zich uit het actieve hoog- leraarsbestaan heeft teruggetrokken. Hij kocht in Oegstgeest het landgoed „Duinzigt" en liet aldaar een buiten in neoclassicisti sche stijl bouwen, dat hij tot aan zijn dood op 10 november 1851 bewoond heeft48. De belangstelling van de bisschop was gedurende zijn latere levensjaren steeds meer uitgegaan naar het werk van de missio narissen in onze voormalige koloniën, waaraan hij belangrijke financiële steun verleende. Reeds in 1827 werd hij aangesteld als procurator der Hollandse Missie in West-Indië, terwijl hem sedert 1844 ook de leiding was opgedragen over de activiteiten van de Rooms-Katholieke geestelijken in Oost-Indië. Teneinde de voortgang van de geloofsverspreiding in de Tropen te bevorderen, bepaalde baron Van Wijkerslooth door middel van zijn uiterste wilsbeschikking, dat na zijn dood op het land goed „Duinzigt" een opleidingsinstituut voor missionarissen moest worden gevestigd 49. De Bisschop van Curium vermaakte een belangrijk gedeelte van zijn bezittingen aan een stichting die het bewind moest gaan voeren over de missieschool en over een tehuis voor „ouder- looze kinderen en oude en gebrekkige vrouwen", dat nog tijdens

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1973 | | pagina 128