132 (12) Zie Bijlage II. (13) Door Cuel werden voor de niet onaanzienlijke som van 2475.17.- blauwe „tentures" voor de kapel geleverd (Kon. Huisarchief; Arch. Lod. Nap. D9). (14) Aan Moorman werd een bedrag van 465.10 - betaald voor tapijten in de kapel (Kon. Huisarchief; Rekeningen Palais d'Amsterdam, Fevr. 1809). (15) Dit „autel bois peint en marbre" was door De Ryck geleverd voor 473.-.- (Kon. Huisarchief; Arch. Lod. Nap. D9). (16) H. Brugmans, op. cit., p. 161. (17) Breytspraak ontving 60 - „pour les Credances" (Kon. Huisarchief; Rekeningen Palais d'Amsterdam, Fevr. 1809). (18) Deze stoelen zijn voor 10- per stuk geleverd door Cuel (Kon. Huisarchief; Rekeningen Palais d'Amsterdam, Fevr. 1809). (19) Deze werden blijkens de rekeningen voor een totaalbedrag van 240- aangekocht (Kon. Huisarchief; Rekeningen Palais d'Amsterdam, Fevr. 1809). Zie ook H. Brugmans, op. cit., p. 142. (20) De Amsterdamse firma Truffino leverde voor de kapel „4 Vases en Porcelaine contenant chaque un bouquet de fleurs artificieles"; hiermee was een bedrag van 312 - gemoeid (Kon. Huisarchief; Rekeningen Palais d'Amsterdam, Fevr. 1809). (21) Deze stukken zijn met het meesterteken van Snoek gekeurd. Boven dien is gebleken, dat hij op 26 oktober 1808 een bedrag van 40 - ontving „pr. 1. fourn. d'argenter. pr. 1. Ch.le" (Kon. Huisarchief; Arch. Lod. Nap. C14). (22) De beroemde Haagse zilversmid Franfois Marcus Simons (1750- 1828) had in de jaren 1803-'04 reeds een prachtig Empire tafelservies ge maakt voor I. J. A. Gogel, Lodewijk Napoleons minister van financiën. Deze stukken bevinden zich thans in het Rijksmuseum te Amsterdam (Catalogus van goud en zilverwerken, Amsterdam 1952, no. 367). (23) 25 januari 1808: „F. Simons Orfèvre pour une masse en argent pour le service de la Chapelle 116.-". Dezelfde meester ontving op 14 oktober van dat jaar nog 144.— „pr. 1. fourn. d. six écuels d'argent pr 1. pche pt" (Kon. Huisarchief). (24) In het Koninklijk Huisarchief bevindt zich een op 31 augustus 1809 door Willem Diemont geschreven brief, waarin de zilversmid afraadt het door de koning bestelde zilveren servies te laten vergulden. Aan dit schrij ven zijn behalve een lijst, waarin de talrijke onderdelen van het servies vermeld staan, drie rekeningen van Diemont toegevoegd voor een totaal bedrag van 26 duizend gulden (Kon. Huisarchief; Arch. Lod. Nap. BI). (25) Het uit 1788 daterende gebouw, dat sinds 1930 de zetel is van het provinciaal bestuur van Noord-Holland, was in 1808 door de bankiers familie Hope aan Lodewijk Napoleon verkocht. (26) In de inventarislijst van de „Ornemens composant le Mobilier des Chapelles" staat vermeld, dat „Tout le service de la Chapelle du Pavilion d'Harlem s'est toujours fait avec les Ornemens de la Chapelle d'Amster dam" (Kon. Huisarchief). (27) Dit citaat is ontleend aan een brief, die op 6 augustus 1814 door „De Comissie der Hofhouding van Zyne Koninglyke Hoogheid den Souverei-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1973 | | pagina 134