138 BIJLAGE II Een beschrijving van de Koninklijke Kapel in het Paleis op de Dam; deze passage is ontleend aan „Het tegenwoordig Amster dam", dat in 1809 door L. A. C. Hesse werd uitgegeven (p. 96- 97). Hij die eertijds het Stadhuis met opmerkzaamheid beschouwde, of dagelijks op het zelve verkeerde, zal nu het Paleis betredende zich niet dan met moeite herinneren tot welk een einde het ge bouw nog voor weinig tijds geschikt was. Aan eene geschikter pen de beschrijving van deze met regt vorstelijke woonplaats over latende, zal het genoeg zijn eene schets te geven van die apparte menten, dewelke men gewoonlijk ter bezigtiging openstelt, en op de Tweede verdieping gelegen zijn, wordende van de vertrekken der eerste verdieping alleen de voormalige Vierschaar, thans de Koninklijke Kapel bezigtigt, wordende dezelve uit de Loge, in welke Z.M. gewoonlijk den Godsdienst bijwoont, en dewelke tegen over het Altaar geplaatst is, in oogenschijn genomen. Eene deftige eenvoudigheid heerscht in dit God-gewijd Bidvertrek; het net versierd Altaar, en een schoon bewerkt Kruisbeeld van den Verlosser uitgezondert, ziet men 'er volstrekt geene der sieraa- den, welke anders in de Roomsch-Catholijke Kerken in menigte gevonden worden. De Kapel is niet groot en kan dus maar eene kleine gemeente bevatten, dewelke alleen uit de hovelingen en eenige andere aanzienlijke personen of hooge rijks-ambtenaren is zaamgestelt. Op hooge feestdagen of andere plegtige gelegen heden gaat de Godsdienstoefening met een uitgelezen Muziek vergezeld, zijnde het Orchest als dan boven de Loge van den Koning geplaatst. De zijwanden zijn op eene zindelijke wijze behangen, en in de geheele kapel heerscht eene donkerheid, welke ten volle overeenstemt met het plegt-statelijk doel waartoe dit locaal geschikt is. Van het beeldwerk en de overige zinne beeldige versierselen der voormalige Vierschaar is niets te zien, zijnde alles door het behangsel overdekt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1973 | | pagina 140