17
wenselijkheid om een inventarisatie te maken van wat er aan
kunsthistorisch waardevolle zaken nog in oude panden aanwezig
is, opdat deze bij sloop van dergelijke gebouwen niet zonder
meer verloren gaan. De heer Dijkema merkte op dat Bouw- en
Woningtoezicht vroeger in zo'n geval waarschuwde, maar daar
mede is gestopt. Er zou bij die instantie nog eens op kunnen
worden aangedrongen. Verder trok de heer Brouwer zich het lot
van het Zuiderhofje aan, maar de heer Dijkema kon hem daar
over gerust stellen.
Na sluiting van het huishoudelijke gedeelte hield ons erelid mej.
dr. G. H. Kurtz een interessante inleiding over de geschiedenis
van het kerkgebouw van de Evangelisch Lutherse Gemeente.
Het heeft nogal lang geduurd voordat deze Gemeente in Haarlem
erkend werd. Tijdens het beleg in 1572-'73 werden Lutherse pre-
dicatiën gehouden in de kapel van het St. Jacobsgodshuis over
het Spaarne. Predikant was een gewezen monnik, Wilhelm von
Lüpect, van Duitse troepen onder kapitein Steenbach. Na de
overgave van de stad Haarlem werd Lüpect opgehangen op de
zelfde dag waarop Ripperda onthoofd werd.
Na de val van Antwerpen in 1585 zijn vele Lutheranen vandaar
naar Haarlem gevlucht. Er kwamen ook Lutheranen uit Duits
land o.a. veel blekers uit Goch en omgeving.
Aanvankelijk hadden de Lutheranen nog geen eigen predikant,
noch een eigen kerkgebouw. In 1613 werden enige onroerende
goederen in de Witte Heerenstraat verkregen welke bezittingen
later werden uitgebreid. Daartoe behoorde de kerk van het oor
spronkelijke Franciscaner klooster. Later behoorde dit klooster
tot de orde der Premonstreiten. Het kerkgebouw dat in de zes
tiende eeuw in verval begon te raken, was een zgn. hallekerk
met twee beuken, gedekt door gewelven, rustend op de buiten
muren en op een moerbalk liggend op pilaren in het midden.
De preekstoel stond oorspronkelijk in het midden van de zuid-
wand. Er waren daardoor later klachten over niet kunnen zien
en verstaan van de predikant, toen de altaardienst geen hoofd
zaak meer was. In 1737 werd bij een onderzoek van het orgel
ontdekt dat het verval zover was voortgeschreden - vooral de
moerbalk over de middenpilaren was aangetast - dat een gron-