215 12 TAARTVORKJES 239-250 De platte drietandige vork met afgeronde zijkanten is bevestigd aan een steel, die zich naar het uiteinde toe verbreedt en die recht afgesneden is. Op deze steel zijn enkele strakke hjnmotieven en een ruitvormige versiering gegraveerd. Lengte: 12 cm. Merken: Minervakop met M (keurkamer Schoonhoven) lopende leeuw met 2 (2-de gehalte) jaarletter S (1928) meesterteken: PB6 Opm.: Het genoemde meesterteken (Meestertekens no. 8566) is van 1926 tot 1942 gebruikt door de zilversmid P. Baardwijk te Nieuwpoort. De liturgische betekenis van de in de catalogus genoemde voorwerpen Altaarschel: Door middel van deze bel wordt bij de belangrijkste onderdelen van de H. Mis de aandacht van de kerkbezoeker op gewekt. Ampullen: Stel van twee kannetjes, waarmee de priester water en wijn in de kelk giet; zij worden door middel van de doorgaans aangebrachte letters A (Aqua water) en V (Vinum wijn) van elkaar onderscheiden. Ampullenblad: Op het Concilie van Trente (ong. 1550) werd voorgeschreven om bij de rituele handwassing tijdens de H. Mis water uit een ampul over de vingertoppen van de priester te gieten; dit wordt opgevangen op een ondiep ampullenblad. Bedieningsdoosje: Een dergelijk busje wordt door de priester gebruikt om een geconsacreerde Hostie en Heilige Olie te ver voeren, wanneer hij aan een sterfbed geroepen wordt om de laatste Sacramenten toe te dienen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1973 | | pagina 217