20
19 februari Op initiatief van onze Volkskunde Commissie en
dank zij de bemiddeling van haar secretaris de heer Beijk, hield
de heer J. van Dorp, conservator van het Visserijmuseum te
Vlaardingen, een lezing over een bijzonder folkloristisch onder
werp: „Noordzeevissers en Volksleven".
De beroepsvisserij op de Noordzee heeft talrijke sporen nage
laten in het volksleven en de taal van Nederland. Hoewel de
bibliografie over de Volkskunde van de Noordzeevisserij 330
nummers omvat, zijn daaronder maar weinig monografieën. De
voordracht was dan ook grotendeels samengesteld uit kantteke
ningen, deels stammend uit eigen waarneming en herinneringen
(spreker is geboortig uit een oud Vlaardings/Schevenings vissers
geslacht), deels uit de praktijk in het museum. De verzuchting
van „Kniertje": „de vis wordt duur betaald" geldt nog steeds,
want ook thans vergaan er nog vissersschepen. Voor het vissers
leven bestaat maar een geringe belangstelling, hetgeen te wijten
is aan onwetendheid. Meer publikaties zijn dan ook dringend ge
wenst.
Het besloten karakter dat de vissersgemeenschappen van ouds
her kenmerkte, werd pas in de eerste helft van deze eeuw door
broken. Naast de opvallend negatieve aspecten van zo'n besloten
gemeenschap, welke tamelijk bekend zijn, waren er ook positieve
zoals gemeenschapszin en vanzelfsprekende hulpvaardigheid. De
godsdienst welke meer was dan een inhoudloze vormendienst,
nam een overheersende plaats in. Nieuwe ontwikkelingen werden
door het conservatisme tegen gehouden. Zo leidde de invoering
van een nieuwe zangwijze van de psalmen in de 18e eeuw tot een
rel welke drie jaar duurde en in het hele land bekend werd. Ook
de introductie van nieuwe vaartuigen (beugsloep, logger) en vis
tuig (puntbreel, treilnet) verliep uiterst moeizaam. Langer dan
elders hebben de traditionele klederdrachten in de vissersplaat
sen stand gehouden. De vrouw vervulde een belangrijke rol in
het vissersgezin. Angst en het beruchte „wachten" na ongunstige
berichten vervulden haar met overheersende emotie. Ons respect
voor de Nederlandse vissers wordt afgedwongen wanneer wij ons
rekenschap geven van het harde leven aan boord, vooral tijdens
de wintervisserij, het plichtsbesef en de vanzelfsprekendheid