250 ren, helaas niet met name genoemd, die hij bij haar had „gepro- creëerd". Gelukkig bevatte deze akte nog een zeer belangrijk gegeven, na melijk dat de vier wél in leven zijnde kinderen allen nog minder jarig waren en dat voor dit viertal, met name Maria, Elisabeth, Nicolaes en Pieter, optrad hun oom en voogd de Haarlemse sche pen Job Claesz. Ghijblant. Deze bekende Haarlemse magistraat was sinds 1596 gehuwd met een Amsterdamse jongedochter, Teungen Jansdr., later in de familie-genealogie van de Huyde- coper's deftiger genaamd Antoinette Jansdr. Huydecoper. Vanzelfsprekend was het nu van belang om uit te maken of het oom-schap van Ghijblant over de vier Harmans-kinderen op hemzelf betrekking had, dan wel dat het sloeg op zijn gehuwd zijn met Teuntgen Jansdr., want het was reeds bekend dat bij de doop van de kleine Harmen Hals op 2 september 1611 deze Teuntgen Jansdr. een der doopgetuigen was. Het bleek echter dat Ghijblant zelf de oom der Harmans-kinderen was zodat wij voor het voorgeslacht van onze Anneke Harmansdr. dus niet naar Amsterdamse voorouders behoefden te zoeken. Uitgangspunt voor verder onderzoek werd nu: is er in de Haarlemse doop- resp. huwelijksinschrijvingen een echtpaar te vinden Harman Dircksz. en N.N., met de na 1590 geboren kinderen Anna, Ma ria, Elisabeth, Nicolaes en Pieter; de vier laatstgenoemden in 1615 dus nog geen 25 jaar oud zijnde. Dit echtpaar bleek inderdaad te bestaan, en de kinderen waren allen in de Haarlemse doopboeken te achterhalen, waarbij uit de namen van de doopgetuigen onweerlegbaar bleek dat hier inder daad sprake was van de ouders der eerste vrouw van Frans Hals. Trouwboek Haarlem (Register van ondertrouw) 6-12-1588, Herman Dircksz. j(ong) g(ezel) van den Bosch en Pyterty Clays, j(onge) d(ochter) van Haerlem N.B. men ziet hier reeds het patronym „Claesdr. van de echt genote dat haar bestempelt als een zuster van Job Claesz. Ghijblant. Kinderen uit dit huwelijk: (volgens het doopboek)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1973 | | pagina 252