252 ten is dat laatstgenoemde een broer was van de tweede doopge tuige bij het eerste kind in 1590, namelijk Lysbeth Harmensdr. Waar bij deze eerste doop de vader van de jonge moeder po- treedt, kan men gevoegelijk naast hem de moeder van vader Harm en Dircxz. verwachten. Ik durf dus te stellen dat de vader van Harmen Dircxz., Dirck Anthoniszoon, gehuwd was met Lysbeth Harmensdr. de Bitter! Om hieromtrent meerdere zeker heid te verkrijgen heb ik toen de diverse in de Haarlemse fiches voorkomende De Bitter's uitgezocht, tezamen met hunne echtge noten en kinderen, inclusief de daarbij voorkomende doopgetui gen. Inderdaad bleek mij dat Dirck Anthoniszoon als getuige optrad bij het dopen van De Bitter kinderen, en datzelfde geldt voor zijn schoondochter Pietertje Claesdr. (Ghijblant), nadat de ze in 1588 „in de familie" was gekomen. Het was eenvoudig een „changez croisez" tussen beide families, zodat moeder Lysbeth Harmensdr. de Bitter door al het voorgaande wel als „bewezen" kan worden aangemerkt. Dat deze grootmoeder slechts éénmaal als getuige optreedt kan mogelijk verklaard worden door het feit dat reeds de derde doch ter van Harman en Pietertje „Elisabeth" genaamd werd, kenne lijk naar grootmoeder vernoemd, terwijl daarbij niet deze groot moeder zelf, doch wèl grootvader Dirck Anthonisz. als doopge tuige fungeert! Mede gezien het feit dat in de 16e eeuw het eigen lijk geen usance was een boreling naar een nog in leven zijnde grootouder te vernoemen, denk ik aan de waarschijnlijkheid dat grootmama Lysbeth juist in die tijd was gestorven. Zie voor deze naamgeving usance naar de naam Dirck, welke pas aan de derde der zonen werd gegeven, en wel op 18 mei 1599, terwijl groot vader Dirck Anthonisz. op 9 mei daar aan voorafgaande werd begraven! Vrijwel dezelfde situatie doet zich voor bij nadere beschouwing van de doop der tweede dochter, Maria, klaarblijkelijk vernoemd naar grootmoeder Ghijblant, namelijk Marietje Heerendochter. Niet deze grootmoeder, doch zeer duidelijk een zuster van haar, Dieuwer Heerendochter was de doopgetuige. Aan te nemen valt mijns inziens dat grootmoeder Marietje vóór april 1591 was over leden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1973 | | pagina 254