275
(De Vries 1869, 390-393; RA Haarlem, Aanwinsten nr. 695 pag.
120, 123, 126-127).
c In 1536 deden Marten Cornelisz., Symon Meeusz. „gezworen
lantmeter van Westvrieslandt" en Jacob Zymonsz. van Hoorn in
opdracht van het Hoogheemraadschap Rijnland peilingen en me
tingen betreffende de waterstand in de Rijnmonding te Katwijk
aan Zee (Van Leeuwen 1685 I, 105; arch. Hhr. Rijnland
Leiden, nr. 9561 fol. 54 vo).
d In verband met de boven reeds genoemde geschillen over de
Egmonder en Bergermeren molens (Schoorl 1971) speelde Sy
mon Meeusz. een zeer belangrijke rol zoals wel uit de rekeningen
van een der procespartijen blijkt (RA Haarlem, Aanwinsten nr.
546 fol. XXXVI, XXXVIII, XLIV-XLVI). Daaruit blijkt tevens
dat Symon enkele kaarten maakte (De Vries 1876, 377). Een
van de kaarten werd door Jennin de Waele, schilder te Alkmaar,
„afgeset".
e In de jaren 1543 en 1544 deed Symon Meeusz. „gezworen
landtmeter van Kennemerland" met Pieter Sluyter, gezworen
landmeter van Rijnland, de nieuwe opmeting van het Hoogheem
raadschap Rijnland (arch. Hhr. Rijnland Leiden, nr. 9569 fol.
148 vo). Symon's opmetingen zijn neergelegd in de morgenboe-
ken van .o.a. Aalsmeer, Alkemade, Hillegom, Leimuiden, Lisse,
Sassenheim, Vennep (Ramaer 1892, 37, 46, 55, 57-61, 63). Een
uittreksel uit de opmeting van Voorschoten deed begin zeven
tiende eeuw nog dienst in een proces tussen Rijnland en Delf
land (Dekker 1960 nr. 109).
In verband met de contributie aan de nieuwe sluis bij Edam
kreeg Symon Meeusz. omstreeks 1545 opdracht tot het opmeten
en in kaart brengen van land rond de Schermer, Beemster enz.
(Belonje 1945, 19, 25 en 164).
g In 1553 of 1554 deed Symon opmetingen ten behoeve van de
werkzaamheden ter voorbereiding van de droogmaking van de
Zijpe. Hij vervaardigde ook een kaart (Belonje 1933, 10 en 12).
h Tenslotte signaleren wij een ongedateerde kopie van de op
meting van de lengte der dijken der vier Oosterkoggen door
Symon Meeusz. (RA Haarlem, Aanwinsten nr. 1134 fol. 230-
233).