291
Slingerproeven in de Grote Kerk
Traditiegetrouw, zo zouden we kunnen zeggen, vonden in 1973
op de eerste en derde zaterdagen van de maanden april tot en
met oktober in de oude Bavo rondleidingen plaats door kerk en
over zolders. De opkomst daarentegen was in vergelijking met
voorgaande jaren verdrievoudigd, doordat de rondleider der
kerk de bezoekers een bezienswaardige proef toonde.
Ongeveer honderd jaar geleden vertoonde professor V. S. M. v.
d. Willigen, conservator van het natuurkundig kabinet van
Teyler's Stichting, in de Grote- of St. Bavokerk reeds de door
Foucault in 1851 uitgedachte slingerproef, waarmee op visuele
wijze de dagelijkse wenteling van de aarde om haar as wordt
aangetoond.
Bij zijn verhandeling over de Zuider transept aan de Oude
Groenmarktzijde, memoreert J. W. Stuffers in zijn boekje over
de Bavo naar aanleiding hiervan: „In dit transept werd voor het
aanbrengen van het steenen gewelf (1891), toen dus de balken
nog zichtbaar waren, door professor van der Willigen een proef
genomen om te bewijzen dat de aarde draait. Daartoe had hij een
ongeveer dertig meter lang koord genomen en eraan een kogel
bevestigd, die geslingerd werd in een rechte lijn en op eenigen
afstand van den slingerenden kogel was op den grond geplaatst
een houten kegel. Langzaam naderde nu deze kogel den kegel,
die tenslotte door de veranderde richting van de slingering om
ver werd geworpen."
Aan de hand van deze summiere gegevens werd de heer Th. A.
Delleman, sinds enige jaren rondleider der kerk, geïnspireerd
om met zijn assistenten de proef van Foucault opnieuw in de
Grote Kerk te bewijzen. Na een aantal mislukkingen door het
beproeven van allerlei soorten touw en ijzerdraad, het hanteren
van diverse soorten gewichten en kegels, het zoeken van een
goede plaats in de kerk en naar de juiste manier van bevestiging
van draad en gewicht aan een ijzeren haak in het gewelf, gelukte
het hem zichtbaar te maken dat de aarde draait.