317 zijn er nog 18 bekend, waarvan 16 uit de tijd van de tulpomanie. De afbeeldingen zijn alle met waterverf op papier of perkament uitgevoerd. De twee, waarvan de kunstenaars bekend zijn, nl. dat van Jacob Marrel in het Rijksmuseum te Amsterdam en dat van Judith Leyster nu in het Frans Halsmuseum, behoren tot de fraaiste. Judith Leyster, zo genoemd naar de bierbrouwerij de „Leysterre" van haar vader, was een bekende Haarlemse schilderes, leerlinge van Frans Hals en later gehuwd met Jan Miense Molenaer. Het museum bezit al twee schilderijen van haar. Teneinde deze kapitale aanwinst in zijn cultuurhistorisch kader te plaatsen, vindt in april-juni 1974 een tentoonstelling „Tulpo- mania" plaats in het museum. In 1972 werd verworven een stilleven met dood gevogelte van Salomon van Ruysdael (paneel, 43 x 35 cm, gesign. en ged. SvRuysdael 1659). Hoewel Salomon in de eerste plaats land schapsschilder is, vooral van riviergezichten met veerponten, waarvan het museum drie fraaie voorbeelden bezit, zijn van hem toch ook' een zestal jachtstillevens bekend, alle ontstaan tussen 1659 en 1622. Door deze aanwinst is nu ook dit facet van zijn kunst in het museum vertegenwoordigd. De navolgende aanwinsten zijn vooral van belang voor de Haar lemse topografie van de 17de eeuw: zij geven namelijk beide Haarlemse stadspoorten weer. Als eerste werd in 1972 verworven: Claes Hals, De Zijlpoort te Haarlem (afb. 2) (paneel, 56 x 65 cm, gemonogr. C.H.). Nicolaes of Claes Hals (1628-1686) was een zoon van Frans Hals. Van hem bezit het museum al een schilderij van de Grote Houtstraat, dat overigens van een geheel andere factuur dan dit stuk is. Het nieuwe schilderij geeft de Zijlpoort weer, zoals die in 1628 ver bouwd is naar een plan van Salomon de Bray. De binnenpoort lag in een bolwerk aan het eind van de Zijlstraat, begin van de Zijlweg; de buitenpoort vormde aan de zuidzijde de toegang daartoe.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1973 | | pagina 319