327 op een andere, en weer een uur later, nadat we twee grote meren waren gepasseerd, kwamen we te Amsterdam; voordat we daar binnengingen liepen we over twee ophaalbruggen en moesten we langs twee gewapende schildwachten, waarvan de een binnen, de ander buiten de poort stond. In Holland reizen de meesten per boot, in overdekte schepen, die afgedekt zijn met geteerd zeildoek, waarop stukjes kokkel schelp worden gestrooid. Voor al deze schepen bepaalt de over heid een vast tarief en benoemt ook opzichters om te zien hoe veel passagiers er telkens aan boord gaan; de overheid ontvangt al het geld, waarvan zij de bootslui of schippers een bezoldiging uitkeren; de schuit, de paarden, enz., zijn het eigendom van de overheid. Als een passagier, in haast, dadelijk weg wil moet hij aan de opziener de vrachtprijs voor de hele boot betalen. De opziener luidt een bel telkens als er een boot vertrekt. In som mige steden varen de boten in uurdienst. C. A. Burgers Neten (1) De Hollandse Gravenportretten, thans nog in het stadhuis (zie J. M. van Winter, Willem Thybaut en de Hollandse Gravenportretten, in Spiegel Historiael 6 (1971) blz. 614 e.v. (2) Dit drieluik hangt thans als bruikleen van het Rijk in het Frans Hals museum. (3) Waarschijnlijk de portretten van de Ridderlijke Broederschap van den Heiligen Lande te Haarlem, door Jan van Scorel; thans in het Frans Hals museum. (4) Misschien kan een van de lezers hierover nadere inlichtingen verstrek ken? (5) Volgens Lotgevallen van Costers Woning (Haarlem, A. C. Kruseman, 1851, blz. 19) een „schilderwerk van den beroemden Jacob van Campen ter eere van Coster in 1655 met waterverf gepenseeld" op een van de muren in de tuin van het Prinsenhof. Ik kon niet nagaan waaruit schrijver dit verhaal putte. (6) Gotfr. Hegenitius, Itinarium Frisio-Hollandicum, Leiden, 1630, citeert het opschrift onder Costers portret dat jaren lang aan de voorgevel van zijn huis aan de Grote Markt heeft gehangen (vgl. ook Samuel Ampzing, Beschrijvinge ende lof der Stad Haerlem, 1628, blz. 376). (7) Waarschijnlijk wordt gedoeld op de Historiae Sancti Johannis Evan- gelistae ejusque visionis Apocalypticae en de Ars Moriendi sive de Tenta-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1973 | | pagina 329