Als ik in die eerste oorlog gezonden werd om vis, lag schaars zij gespreid in de volle hal vlaknaast de Sint-Bavo der stad van Als ik mij door de smalle straten met haast daarheen begaf, verrees al majestueuzer de kathedraal hoog boven de stad van Als ik langs het noordelijk water en bij de boten zwierf, lag klaar zij gespiegeld waar brandde eens de sierlijkste molen der stad van Als ik om het weidse uitzicht op het stQile Kopje klom, geleek zij een herder, al schrijdend midden tussen zijn kudde, de stad van Als ik boven het machtig kruisdak haar zilveren lied vernam, was het steeds me of de stem der eeuwen steeg uit het hart, vertroostend, der stad van Als ik in de klank van het orgel daarbinnen verzonken zat - Schweitzer zelf was het eenmaal die speelde brak mij de hemel open in de stad van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1973 | | pagina 335