347
Haarlems Monumentenzorg in 1973
Sommige zaken schijnen tot een papieren bestaan te zijn voor
bestemd. Zij worden met overtuiging naar voren gebracht, krij
gen de gewenste bijval, maar verdwijnen daarna ongemerkt in
de stilte van een archiefkast. Een aantal jaren later wordt het stof
er van afgeveegd. Men bezint zich op een nieuwe visie en her
haalt de presentatie. Dit gaat zo enige malen door. Telkens weer
anderen beproeven hun vermogen te bereiken wat eerder niet
was gelukt. De tijd neemt al deze pogingen ontfermend in zich
op. Een la vol plannen blijft achter als de geschiedenis van een
weinig vruchtdragend streven.
De eerste tekeningen voor de restauratie van het Stadhuis zijn
ruim 60 jaar oud. Zij werden gemaakt op aanwijzing van ir. L. C.
Dumont, die in 1902 benoemd was tot directeur van openbare
werken en zich beijverde voor de instandhouding van onze mo
numenten. Zijn activiteiten op dit gebied vinden wij terug in de
Hoofdwacht, het Zandvoorter Veerhuis aan de Grote Markt en
het voormalig Weeshuis aan het Groot Heiligland, dat werd ge
restaureerd en ingericht tot Frans Halsmuseum. Met het Stadhuis
mocht het blijkbaar niet zo ver komen. De uitvoering van het
hiervoor opgestelde plan bleef beperkt tot de herbouw van de in
1772 gesloopte toren. Had niet de Vereeniging Haerlem dit werk
bekostigd, dan zou deze toren er vermoedelijk nog steeds niet
gestaan hebben.
De kansen werden gunstiger toen in 1952 een nieuwe gemeente
secretaris zijn intrede deed. Mr. H. E. Phaff zette zich reeds kort
na zijn benoeming in voor een volledig herstel van het historische
complex. Er werden onderzoekingen naar de bouwgeschiedenis
verricht en architect C. W. Royaards verscheen ten tonele voor
het maken van een algemeen restauratieplan. Een in 1961 uitge
geven boek over het Stadhuis herinnert aan deze veelbelovende
periode. Ook van dit plan kwam de uitvoering niet verder dan
een begin. De librije van het oude klooster was het enige onder
deel, dat in gerestaureerde staat werd gebracht. Het bereiken van
een bepaald doel is dikwijls afhankelijk van de inspanning van
een enkeling. Na het vertrek van de heer Phaff deden zich ver-