348 wikkelingen voor die een realisering van het plan-Royaards ver der onmogelijk maakten. In 1969 verstrekten burgemeester en wethouders een opdracht aan prof. ir. C. Wegener Sleeswijk. Deze architect was onder andere belast met de restauratie van het paleis op de Dam. In zijn opzet zou de raadzaal komen op de verdieping van Prinsen hof, boven de huidige raadzaal. Dit bracht een nogal ingrijpende verandering van de kapconstructie met zich mee, hetgeen door de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg bezwaarlijk werd geacht. Het waren echter in de eerste plaats de kosten die de restauratie weer op de lange baan zouden schuiven. Naar schat ting zou een bedrag van ongeveer twintig miljoen gulden nodig zijn. De pogingen tot het verkrijgen van rijkssubsidie bleven zonder resultaat. Financiering alleen door de gemeente zou een veel te zware last zijn. Het plan ging dus de weg van zijn voor gangers en werd als een voorlopig onvervulbare wens terzijde gelegd. Een nogal alarmerend rapport bracht het Stadhuis opnieuw in de publiciteit. De zoldering en de kap van de Gravenzaal waren zo langzamerhand in een toestand geraakt, die gevaar opleverde. Het aftakelingsproces wachtte blijkbaar niet tot het ons zou schikken om tot daden over te gaan. Zelfs het televisiejournaal besteedde er aandacht aan. De kijkers kregen een verpulverde balkkop te zien, welk beeld een overtuigende indruk gaf van het kritieke stadium waarin ons veel geroemde monument was komen te verkeren. Het tijdstip van de grote aanpak leek nu te zijn aangebroken. De zaal werd ontruimd en een flinke hoeveel heid steiger- en stutmateriaal werd naar binnen gebracht. Van een restauratie in de werkelijke betekenis was evenwel nog geen sprake. Het ministerie liet ook nu weer het eentonig geworden geluid horen dat geen subsidie in uitzicht kon worden gesteld. De voorzieningen moesten dus tot het minimale beperkt blijven. Toch beliepen de kosten nog ruim twee ton. Het werk bestond voornamelijk uit het versterken van de niet meer draagkrachtige balkkoppen in de Gravenzaal en in de ruim te onder de secretariskamer. Tevens is de naar buiten wijkende gevel van de Kleine Vierschaar voorzien van een extra veranke-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1973 | | pagina 350