83
een zinloos spelletje, zij het dan een intellectueel spelletje. Wil
men nu het heden beter begrijpen door het verleden beter te leren
kennen, dan is het de vraag: waaruit leren wij dan het verleden
beter kennen? Wat is het object van onze waarneming, waarop
richten wij onze methodische onderzoekingen? Het antwoord
moet dan wel zijn: Wat weg is, dat is weg, dus kunnen wij om
trent het verleden alleen wat gewaar worden door de bestudering
van zaken uit het verleden, die we nü nog hebben. Zaken moeten
we hier dan zo ruim mogelijk nemen: men kan het veld ingaan en
aan het patroon van de landerijen zien hoe onze verre voor
ouders stap voor stap de woestenij in cultuur hebben gebracht,
welke gronden zij bijvoorbeeld het langst gemeenschappelijk
hebben gebruikt, men kan oude en nieuwe afbeeldingen van ge
lijke situaties met elkaar vergelijken, waarbij de optimist tot de
conclusie kan komen hoezeer de hygiënische toestanden zijn ver
beterd en de pessimist instemt met het woord van de dichter:
„De wereld eens een bloedwarm nest wordt door de mens tot in
de grond verpest." Waarmee dan bewezen is dat de geschied
wetenschap ons geen antwoord geeft op de vraag of we vooruit
gaan of achteruitgaan. Het antwoord op die vraag is een kwestie
van waardering.
Als een spreker tot u zegt: „De geschiedenis leertpas dan
goed op. De Duitse filosoof Hegel heeft al gezegd dat het enige
dat de geschiedenis leert is, dat de mensheid niet van haar ge
schiedenis leert en dat is dan vrijwel het enige waarover ik het
ooit met Hegel eens geweest ben. Collectiviteiten leren überhaupt
niet, in het gunstigste geval wordt een individu wijzer, bijvoor
beeld doordat hij langs de weg der historie de eisen des tijds leert
onderscheiden van de waan van de dag.
De geschiedenis leert ons ook niet waar wij heen gaan - de ach
teruitkijkspiegel van uw auto kan het gezicht door uw voorruit
niet vervangen. De vraag waar wij heen gaan is in het gunstigste
geval een zaak van het geloof. Zoals wij door onderzoek ver
worven wetenschap niet mogen verwarren met door openbaring
ontvangen geloof, zo behoort de historicus qualitate qua niet te
spreken omtrent de zekerheid der dingen, die wij nog niet zien.
Een kritische beoefening der geschiedenis aan de hand van op