105 nemer G. D. van Doorn dit werk aan. Het bouwen van een stal voor 29 paarden werd voor 6.000- toebedeeld aan de Haar lemmer J. A. Raasveldt. Aan de firma Beijnes werd de bouw van acht rijtuigen opgedragen. Voor een bedrag van 18.000,- vol deed Beijnes hieraan. De rijtuigen konden elk 28 passagiers ver voeren: 16 binnen en 6 op elk balkon. Zowel de bouw van de baan als van de rijtuigen verliep voor spoedig, zodat na een proefrit op 16 mei, de dienst op 28 mei 1878 officieel in tegenwoordigheid van burgemeester, wethouders, commissarissen en andere genodigden, geopend kon worden. De lengte van de lijn was 2.305 meter, waarvan ongeveer drie kwart enkelspoor en een kwart dubbelspoor. In 1896 werd hier aan precies 100 meter toegevoegd door de aanleg van een zij spoor naar het Brongebouw. Het gehele traject werd in 15 a 17 minuten afgelegd en hiervoor betaalde men in den beginne een dubbeltje. Vaste gebruikers konden a raison van 1,50 een boekje met twintig ritten kopen. In aansluiting op de laatste trein van Amsterdam en op eventuele nachttreinen werd op verzoek een extra rit gemaakt. Hiervoor gold een speciaal tarief van 20 cent per persoon. In 1890 werd een sectietarief ingevoerd. De lijn werd verdeeld in twee secties: Station - Grote Markt, later uitgebreid tot Verwulft, en Grote Markt - Dreef (eindpunt). In 1900 werd hieraan een - de twee andere secties overlappende - sectie Nieuwe Gracht - Houtbrug, toegevoegd. Per sectie be taalde men 5 centen. Omstreeks 1900 - de ENET exploiteerde inmiddels haar Ceintuur baan (zie blz. 121) - werd voor het hele traject een eenheids tarief van 5 centen ingevoerd. Het aantal reizigers, dat door de komst van de elektrische Ceintuurbaan danig verminderd was, nam nu weer toe. Over de frequentie hadden de toenmalige inwo ners van Haarlem niet te klagen. Begonnen met een 8 a 10 minu- tendienst, werd deze in 1896 gebracht op een tram per ca. 5 minuten. Het bedrijf was oorspronkelijk gevestigd aan de Baljuwslaan, maar de moeilijkheden die men ondervond bij het overbrengen van verse paarden over de vaak gesloten overweg aan de Jans- weg deden de directie besluiten de stallen te verplaatsen naar de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 107