107
Stuverstraat. Aldaar verrees een kantoorgebouw en stalbaas-
woning, een stal voor 48 paarden en een hoefsmederij. De rijtui
gen vonden al sinds het begin van de exploitatie een onderkomen
in de Rozenstraat.
Kort na de opening van de lijn - in september 1878 - werd een
proef met mechanische beweegkracht genomen. Een zeer licht
type locomotief - Merryweathers patent - verving de rossinant.
Uit milieu-overwegingen hield men het in die dagen blijkbaar
toch meer op de paardevijgen dan op de zwarte rook, want de
locomotief verdween weer even spoedig als zij was gekomen.
De reeds genoemde komst van de Eerste Nederlandsche Electri-
sche Trammaatschappij was een gevoelige slag voor de Haarlem-
sche Tramway Maatschappij. Zij dacht er zelfs over het bedrijf
aan de ENET over te doen. Een voorstel tot liquidatie kwam in
1902 in een buitengewone aandeelhoudersvergadering aan de
orde, omdat de directie vreesde dat de gemeente invoering van
elektrische tractie als eis zou gaan stellen. Volgens de directeur
zou het jaren duren eer deze vorm van tractie rendement zou
afwerpen wegens de grote investeringen die hiermede gepaard
zouden moeten gaan.
Tot liquidatie kwam het echter wegens een geheel andere reden.
Indertijd was de N.V. voor 25 jaar aangegaan. In 1903, bij het
verstrijken van deze termijn, was verzuimd verlenging aan te
vragen, zodat in 1904 tot liquidatie moest worden besloten. Een
nieuwe N.V. kwam ervoor in de plaats: de Haarlemsche Tram
weg Maatschappij. Personeel en publiek zullen van de geweldige
verandering wel nauwelijks iets hebben bemerkt.
Hoe goed het de HTM ook ging - in de jaren 1909, 1910 en
1911 werden resp. 868.789, 975.686 en 983.523 reizigers ver
voerd - toch pakten donkere wolken zich boven haar hoofd
samen.
De HIJSM, de spoorwegmaatschappij, had in 1906 de concessie
in handen weten te krijgen voor exploitatie van elektrische tram
wegen in en om de gemeente Haarlem. Controversen tussen de
HTM en de ENET waren hiervan mede de oorzaak. De con
cessie van de HTM liep bovendien op 31 december 1907 af en