116 plein. Vergunning voor de aanleg van dit „dienstspoor' werd verkregen, maar toen de maatschappij vroeg hierover ook reizi gers te vervoeren, stapelden zich de moeilijkheden weer op. De remise bleef vooralsnog van spooraansluiting verstoken, zodat het materieel, dat inmiddels door Beijnes was afgeleverd, niet kon worden ondergebracht. Moeilijkheden zijn er tenslotte om overwonnen te worden en aldus kon op 27 januari 1913, nadat goedkeuring was verkregen, met het spannen van de bovenleiding worden begonnen. Niets stond, naar het zich liet aanzien, de officiële opening op 10 mei meer in de weg. Maar de gemeenteraad stond voor niets. In zijn vergadering van 7 mei keurde hij de regeling betreffende het loon Provisorische bovenleiding voor de tramlijn Haarlem-Heemstede. Bij gebrek aan materialen werden voor de jukken oude rails gebruikt. Wegens de geringe lengte daarvan moesten de houten masten op de rijweg worden geplaatst, omstreeks 1916. Archief NZHVM

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 118