9 Jaarverslag 1974 Haarlems Stadsbeeld Bestrating voetgangers-gebied. Ongerust over de gemeentelijke plannen om in het voetgangers-gebied gewassen grinttegels voor de bestrating toe te passen, heeft ons bestuur zich op 29 augustus schriftelijk tot de leden van de gemeenteraad van Haarlem ge wend. In die brief is betoogd dat gebruik van dat materiaal zal leiden tot ernstige aantasting van het historische karakter van de binnenstad, dat juist door de instelling van het voetgangers- domein zo gelukkig wordt onderstreept. Het berust op een dwaling te menen dat in de historische straten, waarin winkels gevestigd zijn, waarvoor de onderpuien in later tijd - vaak op weinig verantwoorde en niet gelukkige wijze - zijn verbouwd, de bovengevels geen rol meer zouden spelen. De Haarlemse binnenstad kenmerkt zich door een bochtig tracé, dat vooral de voetgangers een vrij uitzicht biedt op de gevels boven de winkels, welke gevels veelal nog hun historische vorm bezitten en sterk bijdragen tot een karakteristieke, intieme sfeer. Structuur, kleur en schaal van gewassen betontegels passen daar bij absoluut niet en zullen de sfeer van de binnenstad op hinder lijke wijze aantasten. Het gemeentebestuur heeft inmiddels besloten een proef te nemen met een bestrating van gewassen grinttegels in de Barteljoris- straat. Burgemeester en Wethouders hebben ons echter mede gedeeld dat zij elke voor voetgangers te bestemmen straat afzon derlijk zullen bezien, alvorens een beslissing omtrent het toe te passen bestratingsmateriaal te nemen. Hoogbouw omgeving Stationsplein. Dagblad-berichten over plan nen van de N.V. Nederlandse Spoorwegen om op in haar bezit zijnd terrein aan de noordzijde van het station van Haarlem in samenwerking met een bouwonderneming hoogbouw te doen verrijzen, gaven aanleiding tot een storm van protesten. De om wonenden wensen dat dergelijke belangrijke bestemmingen niet worden bepaald zonder hun voorkennis en inspraak. Zij hebben zich nu in een wijkraad verenigd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 11