118 eerstgenoemde lijn naar Heemstede. Reeds van het begin van de elektrificatieplannen lag het in de bedoeling de stoomtram ge leidelijk door de elektrische te vervangen. Het eerste daarvoor in aanmerking komende traject was het op Heemsteeds grondgebied gelegen baanvak van de stoomtram. Er zou dan een ongebroken verbinding Schoten-Haarlem-Heemstede kunnen ontstaan, het geen de voordeligste wijze van exploitatie werd geacht. Reeds in november 1910 diende het bestuur van de tramweg maatschappij zijn plannen ter vervanging van de stoomtram bij de colleges van B en W in. Ook nu weer - het zal de lezer niet ver bazen - werden een oneindig groot aantal bezwaren aangevoerd. De starre houding van Haarlem was hoofdzakelijk toe te schrijven aan het feit, dat, indien de tram de grenzen van de stad zou overschrijden, de gemeente haar greep op het tramgebeuren zou verliezen. Dachten de gemeenten taai te zijn, het bestuur van de NZH was nog taaier. In 1915 begon er voortgang te komen in de onderhandelingen: men werd het eens over het tracé, de wijze Tramlijn Haarlem-Overveen op de hoek ZijlWeg/Kinderhuissingel. Links het voormalige gebouw van „De Sierkan", omstreeks 1930. Collectie K. C. Schuyt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1974 | | pagina 120