125
stondig leven geleid. Op papier is zij echter pas op 1 januari
1946 opgeheven. In 1904 belastte de ESM, de Electrische Spoor
weg Mij., zich met de exploitatie en verbond de lijn Haarlem-
Zandvoort aan haar eigen lijn Amsterdam-Haarlem, zodat een
ononderbroken verbinding Amsterdam-Zandvoort ontstond.
Voor rekening van de ENET legde de ESM nog het lijntje van
Haarlem (station) naar Overveen (Julianalaan) aan; op 28 mei
1914 werd de lijn in exploitatie genomen.
Met de komst van de ESM kreeg de Spaarnestad er een tweede
- en nog wel elektrische - verbinding met Amsterdam bij. Wij
schreven het al: het personenvervoer tussen beide steden was
een lucratieve zaak. Voor wat Haarlem betreft verkregen de
heren Anderheggen en Neumeyer reeds op 29 december 1897
de concessie, Amsterdam verleende deze op 22 maart 1900. De
heren brachten hun verkregen rechten over op de op 22 decem
ber 1902 opgerichte Electrische Spoorweg Maatschappij, die met
Amerikaans kapitaal tot stand kwam.
De ESM deed van het begin af, 1904, zeer goede zaken, hetgeen
waarschijnlijk te danken was aan het gunstige begin/eindpunt
in Amsterdam: eerst op het Spui tegenover het Begijnhof en van
1914 af in de Spuistraat. Talloze forensen uit Zandvoort, Aer-
denhout en Heemstede maakten dagelijks van de tram gebruik.
Dat de HIJSM een en ander met lede ogen aanzag, laat zich
gemakkelijk begrijpen. De spoorwegmaatschappij zon dan ook op
middelen haar concurrente de baas te worden. Zij kocht in de
Eerste Wereldoorlog het merendeel van de aandelen van haar
rivale op. Nadat zij nog een aantal jaren daarna zelf de exploi
tatie verzorgd had, werd deze met ingang van 1 januari 1924
aan de NZHTM opgedragen. Het openbaar vervoer te Haarlem
en omgeving was, althans wat het railvervoer betreft, in één hand
gekomen. Het zou tot 1947 duren eer het gehele openbaar ver
voer in en om de Spaarnestad door één onderneming zou worden
verzorgd. In deze jaren - het jaarverslag van de NZH van 1923
maakt er het eerst melding van - zou de maatschappij met een
enorme concurrentie te maken krijgen van de particuliere auto
busonderneming en van de fiets als privé-vervoermiddel.
De eerste lijn van de NZH, die in de strijd om het bestaan het