140
muntende uitvoering en tenslotte de eervolle vermelding. Eén
raadsmedaille, 16 prijsmedailles en 11 eervolle vermeldingen
vielen aan onze 114 inzendingen ten deel, aantallen, die wel aan
de lage kant waren, maar toch niet al te zeer afstaken tegen die
van andere landen. Die ene raadsmedaille, die de eer van Neder
land hoog hield, werd toegekend aan W. M. Logeman, instru
mentmaker te Haarlem, voor zijn magneten. Wie was deze Loge
man? Hij is vrijwel vergeten. Een biografie is opgesteld door
J. C. Ramaer aan de hand van gegevens, vermoedelijk van
Logemans jongste zoon Henry, hoogleraar te Gent, geb. 1862 en
overleden in 1936 4. Het zijn gegevens, zoals deze in een familie
kring circuleren, ongecontroleerd en met tal van lacunes en on
juistheden: noch Logemans octrooi, noch zijn onderscheiding
op de Londense tentoonstelling worden vermeld; het is onjuist,
dat hij een fabriek samen met Van Wetteren heeft gehad; ook
dat zijn fabriek kort voor 1863 zou zijn geliquideerd. Zijn deze
gegevens afkomstig van Henry Logeman, dan moeten wij in het
oog vatten, dat deze in 1862 geboren werd en dat zijn vader de
instrumentmakerij al in 1860 aan Funckler had overgedragen.
W. M. Logeman werd op 27 april 1821 in Amsterdam geboren.
Hij was de zoon van M. Logeman, instrumentmaker aldaar. Na
de lagere school heeft hij zoveel mogelijk onderwijs genomen in
wis- en natuurkunde en de moderne talen 5. Omstreeks zijn 20ste
jaar werd hij in de zaak van zijn vader opgenomen. In het archief
van Teyler's stichting te Haarlem 6 zijn nog gegevens aanwezig
van rekeningen uit 1841 en 1842 van Logeman Zoon, in
strumentmakers te Amsterdam (geen adres). Teyler was dus een
klant van Logeman Zoon. Het ligt voor de hand, dat de toen
malige directeur van het museum van Teyler, prof. J. G. S. van
Breda 7, zowel vader als zoon kende. Van Breda kon een jonge
man als Logeman Jr. goed gebruiken cm hem met kennis van
zaken bij te staan bij zijn proefnemingen en bij zijn voordrach
ten. Zo zien wij W. M. Logeman zich begin 1843 in Haarlem
vestigen. Hij werd geen beambte van Teyler; het was toen mo
gelijk als instrumentmaker in het vrije beroep werkzaam te zijn.
De eerste maanden woonde hij op kamers in de Smedestraat no.
17; na zijn op 16 november 1843 in Monnikendam gesloten