167
tusschen de straatstenen" 9, hetgeen ook op de Nieuwstad van
toepassing was: alleen „Als er een spoortrein was aangekomen,
zag men niet lang daarna vier of vijf vigilantes in de Kruisstraat
voorbijgaan" 10, daarbuiten ontbrak enige levendigheid. Gebouwd
werd er in de Nieuwstad dan ook nauwelijks, zoals kaart 2b aan
toont.
De voornaamste gebouwen, tot stand gekomen tijdens deze perio
de van stagnatie zijn de rijtuigfabriek van Beijnes tegenover het
station (1857), de Stadsschouwburg aan de Jansweg (1841) en de
textielfabriek „De Phoenix" nabij het Spaarne (1834).
Voor het overige was één deel van de Nieuwstad als stadstuin
in gebruik (tussen Kruisweg en Bolwerk) en een ander deel als
exercitieveld voor de schutterij (oostelijk van de Jansweg). Al
leen het gebied tussen de Kruis- en Jansweg en het Stationsplein
raakte gaandeweg dicht bebouwd. Langs het Stationsplein bloei
den allerlei, met het reizigersverkeer samenhangende functies op,
vooral de koffiehuizen, logementen, hotels, rijtuighouderijen en
dergelijke, in een zodanig tempo, dat er rond 1870 slechts
één particulieren woning" te vinden was. Mede door een
leger van vigilanten en tentwagentjesleverde het Stations
plein steeds een woelig toneel op n.
In 1865 neemt de gemeenteraad een aantal besluiten, die getuigen
van het feit, dat Haarlem over haar economisch dieptepunt heen
is.
De Stadstuin wordt opgeheven en de gronden worden voor be
bouwing beschikbaar gesteld. In 1867 wordt overeenstemming
bereikt met de Nederlandsche Maatschappij voor Grondcrediet
die zich verplicht, aan de Kruiswegzijde „negen kapitale huizen"
te bouwen en aan de andere zijde „13 villa's", gegroepeerd rond
een door Zccher aan te leggen „sierlijk park" 12. De gemeente
zegt toe, de Achter Nieuwe Gracht te zullen dempen. In 1868
al worden de eerste villa's opgeleverd. Bij raadsbesluit van 1867
wordt deze nieuwe wijk Kenaupark genoemd en wordt de Achter
Nieuwe Gracht omgedoopt in Parklaan. De demping ervan is in
1870 voltooid en „gaandeweg verrijzen er langs de Parklaan al
meer en meer woningen", waarbij de hoop wordt uitgesproken